Toetsingsproces
Personen die het beleid van een onderneming (mede) bepalen of toezichthouden op dit beleid moeten betrouwbaar en/of geschikt zijn voor de uitoefening van hun functie. Als deze personen aantreden bij een onderneming, worden zij door de AFM en/of De Nederlandsche Bank (DNB) getoetst op betrouwbaarheid en/of geschiktheid.
Op deze pagina vindt u de stappen die worden gezet wanneer u door de AFM wordt getoetst.
Wat kunt u verwachten?
Als uitgangspunt geldt dat de onderneming (hierna ‘de aanvrager’) verantwoordelijk is voor het aandragen van betrouwbare en geschikte kandidaten.
De AFM toetst aan de hand van de Beleidsregel geschiktheid 2012 of de Beleidsregel geschiktheid Wta (voor OOB-accountantsorganisaties) of u geschikt bent voor de functie waarvoor u bent voorgedragen. De AFM verifieert dit aan de hand van onder meer een cv, referenten en een geschiktheidsmatrix.
Daarnaast moet uw betrouwbaarheid buiten twijfel staan. De AFM toetst dit aan de hand van de Wft en Bijlage C van het Bgfo of de Wta en Beleidsregel 06-01 betrouwbaarheid Wta (voor accountantsorganisaties). Aan de hand van openbare en niet-openbare bronnen verifiëren wij of u het betrouwbaarheidsformulier volledig en juist heeft ingevuld.
Ook:
Stap 1: melding voorgenomen benoeming
Wanneer een onderneming een dagelijks beleidsbepaler, commissaris of medebeleidsbepaler wil gaan benoemen, dan moet zij dit vooraf melden aan de AFM.
Zodra de informatie compleet is, neemt de AFM de aanvraag in behandeling. De behandeltermijn is zes tot acht weken. De AFM informeert de aanvrager doorgaans uiterlijk na dertien weken vanaf ontvangst van de complete aanvraag.
U kunt uw aanvraag indienen via ons AFM Portaal.
Stap 2: onderzoek
Betrouwbaarheid
Een vast onderdeel van het betrouwbaarheidsonderzoek dat de AFM uitvoert, is de beoordeling van het door u ingevulde betrouwbaarheidsformulier. De AFM vraagt onder meer informatie op bij DNB of andere (buitenlandse) toezichthouders (toezichtantecedenten), de Landelijk Officier van Justitie (strafrechtelijke antecedenten) en de Belastingdienst (fiscaal bestuursrechtelijk antecedenten).
Wij halen ook informatie uit openbare bronnen, zoals de Kamer van Koophandel, en doen een faillissementscheck (financiële antecedenten). Daarnaast maakt de AFM gebruik van interne toezichtinformatie- en antecedenten, zoals eventuele formele en/of informele toezichtmaatregelen.
Geschiktheid
Naast betrouwbaarheid toetst de AFM u ook op geschiktheid als u een dagelijks beleidsbepaler of een commissaris wordt. Daarbij beoordeelt de AFM aan de hand van de door de aanvrager aangeleverde informatie in hoeverre u geschikt bent voor de functie waarop de voorgenomen benoeming betrekking heeft. Geschiktheid bestaat uit kennis, vaardigheden en professioneel gedrag. Uw geschiktheid blijkt onder meer uit aantoonbare werkervaring. Daarnaast kijken we naar uw opleiding en competenties. De beoordeling van uw geschiktheid is gekoppeld aan de beoogde functie. Dit betekent dat we rekening houden met de specifieke functie, de aard, omvang, complexiteit en het risicoprofiel van de onderneming en (als van toepassing) de samenstelling en het functioneren van het collectief. De AFM maakt daarbij gebruik van informatie die vanuit het toezicht bekend is over de onderneming en, zover van toepassing, over u als (dagelijks) beleidsbepaler of commissaris bij een onder toezicht staande onderneming.
Referenten
Er kan een telefonisch interview plaatsvinden met de door u opgegeven referenten. In sommige gevallen vraagt de AFM aanvullende referenten bij u op.
Toetsingsgesprek
Voor de beoordeling van uw betrouwbaarheid en/of geschiktheid kan de AFM u uitnodigen voor een toetsingsgesprek. Een toetsingsgesprek dient ter aanvulling van het beeld op basis van het aangeleverde dossier.
Externe vertrouwenspersoon
De AFM heeft in samenwerking met DNB externe vertrouwenspersonen aangesteld. Dit zijn mevrouw drs. D.M.J.J. Monissen en de heer prof. dr. J.A. van Manen. U kunt de vertrouwenspersoon bereiken via vertrouwenspersoon@smclaren.com. Dit e-mailadres is uitsluitend bedoeld voor het leggen van het eerste contact waarbij u kunt vragen door de vertrouwenspersoon te worden gebeld of gemaild. Het e-mailadres is dus niet bedoeld voor het uitwisselen van stukken. De vertrouwenspersoon zal u daarvoor – indien gewenst - een ander mailadres verstrekken. De betrokken kandidaat of onderneming kan schriftelijk een onderbouwd verzoek indienen voor ondersteuning.
Dit kan bij een klacht over de bejegening. Dit gaat over de behandeling van de kandidaat of onderneming, over het gedrag van personen binnen DNB of de AFM jegens de kandidaat of de onderneming. Van een procedureel conflict kan sprake zijn bij onder meer een klacht over de lengte van het proces, de wijze van de ontvangst en beoordeling van het dossier, de wijze van gespreksvoering met kandidaat, dubbele poortjes-toetsingen en de wijze van besluitvorming.
De vertrouwenspersoon heeft geen inhoudelijke rol bij het (voorgenomen) toetsingsbesluit.
Stap 3: besluitvorming
Alle aangeleverde en ingewonnen informatie wordt meegenomen bij de beoordeling van uw betrouwbaarheid en geschiktheid.
Zodra de AFM een besluit over de beoordeling van uw betrouwbaarheid en geschiktheid heeft genomen, wordt u daarvan op de hoogte gebracht. De onderneming wordt schriftelijk geïnformeerd bij een positief besluit over de voorgenomen benoeming. Als het voorgenomen besluit negatief is, neemt de AFM contact op met u en met de aanvrager.
Stap 4: benoeming of afwijzing
Bij een positief besluit van de AFM kunt u benoemd worden in de beoogde functie en ingeschreven worden bij de Kamer van Koophandel.
Als de AFM het voornemen heeft om tot een negatief besluit te komen, dan heeft u en de onderneming de mogelijkheid om hierop een zienswijze te geven. Dit wordt door de AFM meegenomen in het nemen van een definitief besluit. Als hierna het definitieve besluit van de AFM negatief luidt, kan tegen dit besluit bezwaar worden gemaakt bij de AFM. In de bezwaarprocedure wordt indien de bezwaarmaker mondeling gehoord wil worden, de hoorcommissie voorgezeten door een onafhankelijke externe voorzitter. Tegen de beslissing op bezwaar kan in beroep worden gegaan bij de rechter. Daarna kan tegen het besluit van de rechter eventueel hoger beroep worden ingesteld.