Toetsing AFM en /of DNB
Personen die het beleid van een onderneming (mede) bepalen of toezicht houden op dit beleid moeten betrouwbaar en/of geschikt zijn voor de uitoefening van hun functie. Als deze personen aantreden bij een onderneming, worden zij door de AFM en/of De Nederlandsche Bank (DNB) getoetst op betrouwbaarheid en/of geschiktheid.
Een groot aantal ondernemingen staat zowel onder toezicht van de AFM als van DNB, zoals banken en verzekeraars. Dit maakt dat beide toezichthouders een verantwoordelijkheid hebben voor toetsingen bij deze ondernemingen.
Rolverdeling AFM en DNB
De AFM is verantwoordelijk voor het gedragstoezicht op financiële markten. Goed bestuur, geschikte (mede)beleidsbepalers en interne toezichthouders dragen bij aan duurzame, eerlijke en transparante financiële markten. Het doel van gedragstoezicht is onder meer het waarborgen van een zorgvuldige behandeling van klanten. Het is aan ondernemingen om het belang van de klant centraal te stellen. DNB is prudentieel toezichthouder en richt zich op de soliditeit van ondernemingen en draagt bij aan de stabiliteit van de financiële sector.
Vanuit deze 2 verschillende perspectieven werken DNB en de AFM nauw samen bij toetsingen van bestuurders en commissarissen van ondernemingen waar zij beiden toezicht op houden.
De AFM toetst onder meer de kennis en ervaring van de kandidaat over de zorgplicht jegens de consument en de wijze waarop het klantbelang is geborgd in de bedrijfsvoering. Vanwege het verschil in perspectief kan het geschiktheidsoordeel van DNB en de AFM verschillen. Een negatief oordeel van een van beide toezichthouders is altijd leidend. Als de AFM en DNB het onderling niet eens zijn kan de toezichthouder in kwestie een bindende aanbeveling tot afwijzing of heenzending geven aan de andere toezichthouder.
Bij banken en verzekeraars betekent dit dat de AFM in een gesprek aandacht besteedt aan onderwerpen als het product approval & review proces (PARP), de visie op het oplossen van de beleggingsverzekeringsproblematiek of de risico’s van niet-passende dienstverlening. Bij beursgenoteerde banken en verzekeraars heeft de AFM daarnaast extra aandacht voor de marktmisbruikbepalingen en de omgang met en het begrip van voorwetenschap.
Waarop beoordelen AFM en DNB?
De Beleidsregel geschiktheid 2012 verduidelijkt de aspecten die de AFM en DNB in ogenschouw nemen bij de beoordeling van de geschiktheid van de kandidaat-beleidsbepaler. Bij banken en verzekeraars zijn dat 5 onderwerpen:
- bestuur, organisatie en communicatie,
- producten, diensten en markten waarop de onderneming actief is,
- beheerste en integere bedrijfsvoering,
- evenwichtige en consistente besluitvorming,
- voldoende tijd.
Het uitgangspunt is dat er in beginsel één gesprek wordt gevoerd waarbij de AFM en DNB aanwezig zijn. Bij impactvolle of complexe toetsingen kan het voorkomen dat er door de hoeveelheid te bespreken onderwerpen twee separate gesprekken worden gevoerd; een gesprek met DNB en een gesprek met de AFM. De kandidaat-beleidsbepaler wordt hiervan tijdig op de hoogte gesteld.
Een negatief oordeel van een van beide toezichthouders is altijd leidend.
Geschiktheid
Aanvragen voor geschiktheidstoetsingen van kandidaat-beleidsbepalers van banken en verzekeraars komen bij DNB binnen. Omdat banken en verzekeraars onder toezicht van beide toezichthouders staan, is DNB wettelijk verplicht om advies te vragen aan de AFM. In de praktijk stuurt de AFM binnen 5 werkdagen na dit verzoek eventueel beschikbare schriftelijk informatie over de kandidaat-beleidsbepaler aan DNB en geeft de AFM aan of ze al dan niet betrokken wil worden bij de uitvoering van de toetsing (bijvoorbeeld door deelname aan het toetsingsgesprek).
De AFM ziet voor zichzelf in ieder geval een rol bij de uitvoering van toetsingen wanneer het een benoeming bij een bank of verzekeraar betreft, voor een onderdeel dat voor de effectieve uitvoering van het toezicht van de AFM belangrijk is. Bijvoorbeeld beleidsbepalers die (mede) verantwoordelijk worden voor de financiële dienstverlening bij een bank of voor het leven, schade en vermogensbeheer bij een verzekeraar.
De AFM is ook betrokken bij de uitvoering van toetsing van (kandidaat-)beleidsbepalers die een voor de AFM zwaarwegend toezichtantecedent hebben. Bijvoorbeeld omdat zij in eerdere functies betrokken zijn geweest bij overtredingen waarvoor de AFM of een andere toezichthouder een maatregel heeft opgelegd.
Betrouwbaarheid
Bij de betrouwbaarheidstoetsingen geldt dat AFM en DNB over alle type ondernemingen informatie uitwisselen.
Een kandidaat die al eerder een positief besluit heeft ontvangen van de AFM of DNB, hoeft in principe niet opnieuw te worden getoetst. Het eerder gegeven oordeel blijft gelden, tenzij een verandering in relevante feiten of omstandigheden een redelijke aanleiding geven om de betrouwbaarheid opnieuw te toetsen.
Welke ondernemingen toetst de AFM?
Een kandidaat wordt door de AFM getoetst als het een functie betreft bij een van de volgende ondernemingen:
- aanbieder van beleggingsobjecten
- aanbieder van krediet
- accountantsorganisatie (de AFM toetst hier de betrouwbaarheid van (mede)beleidsbepalers)
- adviseur, bemiddelaar en herverzekeringsbemiddelaar
- auditorganisatie van een derde land (de AFM toetst hier de betrouwbaarheid van (mede)beleidsbepalers)
- beleggingsonderneming, waaronder de verbonden agent
- beheerder van een beleggingsinstelling
- beheerder van een EuSEF en EuVECA-beleggingsinstelling (Europees sociaalondernemerschapsfonds en Europees durfkapitaalfonds)
- beheerder van een ICBE (instelling voor collectieve beleggingen in effecten)
- beleggingsmaatschappij
- bemiddelaar in het aantrekken van opvorderbare gelden
- bewaarder
- bewaarder van een ICBE
- centrale effectenbewaarinstelling
- crowdfundingdienstverlener
- datarapporteringsdienstverlener
- (onder)gevolmachtigd agent
- houder van een gekwalificeerde deelneming in een beheerder van een beleggingsinstelling
- maatschappij voor collectieve belegging in effecten
- marktexploitant (de persoon die een gereglementeerde markt beheert of exploiteert)
- OOB-accountantsorganisatie (de AFM toetst hier de geschiktheid van beleidsbepalers en interne toezichthouders, en de betrouwbaarheid van (mede)beleidsbepalers)
- pensioenbewaarder.
DNB is wettelijk verplicht de AFM om advies te vragen bij geschiktheidstoetsingen voor banken en verzekeraars. Voor de toetsing van banken en verzekeraars werken de AFM en DNB dus samen. Beide toezichthouders moeten instemmen met de benoeming van de kandidaat. De AFM sluit ook aan bij een eventueel toetsingsgesprek met central clearing counterparty’s, clearinginstellingen en afwikkelondernemingen, omdat de AFM toezicht houdt op de infrastructuur van deze partijen.
Welke ondernemingen toetst de DNB?
Een kandidaat wordt door DNB getoetst als het een functie betreft bij een van de volgende ondernemingen:
- aanbieder van diensten voor het wisselen van virtuele valuta en fiduciaire valuta
- aanbieder van bewaarportemonnees
- afwikkelonderneming
- algemeen pensioenfonds
- bank
- beroepspensioenfonds
- beleggingsholding
- betaalinstelling
- central clearing counterparty
- clearinginstelling
- elektronisch geldinstelling
- entiteit voor risico-acceptatie
- financiële holding
- financiële instelling
- gemengde financiële holding
- herverzekeraar
- kredietunie
- levensverzekeraar
- natura-uitvaartverzekeraar
- pensioenfonds
- premiepensioeninstelling
- schadeverzekeraar
- trustkantoor
- verzekeringsholding
- wisselinstelling.
Wanneer sluit de AFM aan bij een toetsing door DNB?
DNB is wettelijk verplicht bij geschiktheidstoetsingen voor banken en verzekeraars de AFM een standpunt te vragen. Voor de toetsing van banken en verzekeraars werken de AFM en DNB dus samen. Beide toezichthouders moeten instemmen met de benoeming van de kandidaat. De AFM sluit ook aan bij een eventueel toetsingsgesprek met central clearing counterparty’s, clearinginstellingen en afwikkelondernemingen, omdat zij toezicht houdt op de infrastructuur van deze partijen.
De AFM sluit aan bij een toetsingsgesprek van DNB:
- bij belangrijke, beleidsbepalende functies (zoals de CEO, CFO of COO) bij grote ondernemingen
- bij voor het toezicht van de AFM relevante aspecten bij de onderneming of de kandidaat, bijvoorbeeld passende dienstverlening of (bij beursgenoteerde banken en verzekeraars) de omgang met voorwetenschap
- in geval van belangrijke gebeurtenissen of antecedenten uit het verleden, waar de kandidaat mogelijk bij betrokken is geweest
- in het geval van een publiciteitsgevoelige onderneming of benoeming
- in geval van andere situaties waarin de toetsing complex is of extra aandacht vereist.
De kandidaat wordt vooraf geïnformeerd als de AFM ook bij het gesprek aanwezig is. DNB en de AFM bereiden het gesprek samen voor en maken afspraken over de rolverdeling. Elke toezichthouder stelt vragen vanuit haar eigen perspectief en verantwoordelijkheid.