Hertoetsing
Personen die het beleid van een onderneming (mede) bepalen of toezichthouden op dit beleid moeten betrouwbaar en/of geschikt zijn voor de uitoefening van hun functie. Als deze personen aantreden bij een onderneming, worden zij door de AFM en/of De Nederlandsche Bank (DNB) getoetst op betrouwbaarheid en/of geschiktheid.
Bij twijfel over de geschiktheid of betrouwbaarheid kan er een hertoetsing worden uitgevoerd.
'Redelijke aanleiding'
Geschiktheid en betrouwbaarheid zijn doorlopende verplichtingen. Als er sprake is van feiten of omstandigheden die de betrouwbaarheid en/of de geschiktheid raken, dan moet dit gemeld worden door de onderneming of de zittende beleidsbepaler aan de AFM en/of DNB. Wanneer er bij de AFM en/of DNB feiten of omstandigheden bekend worden waardoor twijfel ontstaat over de geschiktheid of betrouwbaarheid, dan kan overwogen worden om een hertoetsing uit te voeren.
Deze twijfels kunnen zowel ontstaan door handelen of nalaten van de persoon in kwestie, als door relevante ontwikkelingen ten aanzien van de onderneming. De AFM en/of DNB spreken in deze gevallen van een ‘redelijke aanleiding’ tot een hertoetsing. Of sprake is van een redelijke aanleiding hangt steeds af van de omstandigheden van het geval. Er vindt in ieder individueel geval een beoordeling plaats. Dit wordt het vooronderzoek genoemd.
De term ‘redelijke aanleiding’ wordt niet door de wetgever gedefinieerd of anderszins ingevuld. Er bestaat dus geen (limitatieve) opsomming van redelijke aanleidingen voor een hertoetsing.
Voorbeelden van een redelijke aanleiding bij geschiktheid
- zorg over een onverwachte verandering in de resultaten; snelle groei van de onderneming
- zorg over de integere en beheerste bedrijfsvoering; zorg over het gehanteerde bedrijfsmodel
- zorg over de bedrijfscultuur
- zorg over compliance
- een fusie of overname
- een uitbreiding van de ondernemingsactiviteiten naar het buitenland
- uitbesteding van (kern) taken; het aanbieden van schadelijke producten of het verstrekken van onjuiste, onduidelijke en/of misleidende informatie
- structureel niet of niet tijdig reageren op verzoeken om informatie van de toezichthouder
- niet meer kunnen betalen van de accountant
- een slechte administratie
- een groot verloop van medewerkers
- klachten van klanten over onzorgvuldige dienstverlening
- (herhaaldelijke) overtreding van wet- en regelgeving.
Voorbeelden van een redelijke aanleiding bij betrouwbaarheid
- melding van een wijziging in antecedenten door signalen van de onderneming waar de getoetste persoon een (mede)beleidsbepalende functie (heeft) vervult of van de getoetste persoon zelf
- signalen opgedaan tijdens toezichtbezoeken
- signalen van (Landelijk) Officier van Justitie/politie/FIOD
- signalen van andere (financiële) toezichthouders (nationaal en internationaal)
- signalen Financial Intelligence Unit
- signalen uit de financiële sector, mits deze relevant en voldoende onderbouwd zijn
- signalen uit de media, mits deze relevant zijn en voldoende worden gestaafd door verder onderzoek (openbare bronnen).
Uitkomst hertoetsing en functiescheiding
Als wordt overgegaan tot hertoetsing wordt de betrokken beleidsbepaler hier schriftelijk van op de hoogte gebracht. De onderneming waarbij de beleidsbepaler een rol heeft, wordt over de hertoetsing geïnformeerd tenzij de AFM van mening is dat er goede redenen zijn om dat (nog) niet te doen. Er vindt altijd een hertoetsingsgesprek plaats met de betrokken persoon. De AFM neemt in de aankondiging van het hertoetsingsgesprek op dat de persoon een gemachtigde (vertegenwoordiger/raadsman) kan meenemen naar het gesprek.
Er zijn verschillende afdelingen binnen de AFM betrokken bij de start en de uitvoering van de hertoetsing. Eén of meerdere gesprekken met de betrokken persoon maakt deel uit van het onderzoek in het kader van de hertoetsing. Op basis van het toetsingsgesprek en overige relevante informatie wordt na afronding van het onderzoek vastgesteld of de persoon nog altijd geschikt en/of betrouwbaar is. De personen die het besluit nemen over (eventuele) heenzending zijn niet betrokken geweest bij de (interne) beslissing de hertoetsing te starten. Voordat een definitief besluit wordt genomen, wordt eerst een voornemen tot dat besluit aan de onderneming gestuurd. De onderneming en de betrokken persoon worden in de gelegenheid gesteld hun zienswijze te geven. Op grond van het definitief besluit is bezwaar bij de AFM en beroep en hoger beroep bij de rechter mogelijk.
Samenwerking met DNB
De AFM en DNB werken ook bij hertoetsingen samen. Wanneer de onderneming van de betrokken beleidsbepaler onder het toezicht van zowel AFM als DNB staat, informeert de AFM DNB als zij besluit om een hertoetsing te starten. DNB kan dan besluiten mee te doen met de hertoetsing. Hertoetsing kan op die manier ook gevolgen hebben voor (een) eventuele functie(s) van de betrokken persoon bij (een) onderneming(en) die onder toezicht staan van DNB. De AFM kan omgekeerd ook meedoen met een hertoetsing die wordt gestart door DNB.