Kennis- en ervaringstoets
Bij execution only dienstverlening zijn financiële dienstverleners die impactvolle of complexe financiële producten aanbieden of daarin bemiddelen (zie het productoverzicht hieronder) verplicht om eerst informatie over de kennis en ervaring van een klant in te winnen.
Op basis van deze informatie beoordeelt de financiële dienstverlener of de dienst of het product aansluit bij de kennis en ervaring van de klant. Klanten die onvoldoende kennis en ervaring blijken te hebben, krijgen een waarschuwing en/of mogen geen gebruik maken van deze vorm van dienstverlening. De kennis- en ervaringstoets is een belangrijke poortwachter die bijdraagt aan de bescherming van consumenten.
Reële inschatting kennis en ervaring klant
Financiële dienstverleners moeten de kennis- en ervaringstoets zo inrichten dat ze een reële inschatting kunnen maken van de kennis- en ervaring van de klant. De AFM heeft op basis van onderzoek aandachtspunten geformuleerd voor de kennis- en ervaringstoets bij impactvolle financiële producten. Deze informatie staat in het factsheet. Gebruik deze aandachtspunten om een goede kennis- en ervaringstoets op te stellen of de huidige toets aan te scherpen.
Wanneer is een kennis- en ervaringstoets verplicht?
De kennis- en ervaringstoets is onder meer verplicht als een financiële dienstverlener, zonder daarbij te adviseren, de volgende financiële producten aanbiedt of daarin bemiddelt:
- hypotheek
- individuele arbeidsongeschiktheidsverzekering
- betalingsbeschermer (bijvoorbeeld een overlijdensrisicoverzekering die is afgesloten ter dekking van het risico dat de klant de betalingsverplichtingen voor zijn of haar hypotheek niet kan nakomen)
- Een ‘complex product’ in de zin van artikel 1 van het BGfo, bijvoorbeeld een beleggingsobject, een beleggingsverzekering of een tweedepijlerpensioenverzekering.
Dit volgt uit artikel 4:24, eerste lid, Wft jo. artikel 80e, eerste lid, BGfo. In deze artikelen staat ook het volledige overzicht van producten waarbij de kennis- en ervaringstoets van toepassing is.
Execution only bij onvoldoende kennis onwenselijk
Een financiële dienstverlener moet de klant waarschuwen, als uit de ingewonnen informatie blijkt dat de financiële dienst niet passend is. Dat is het geval als de klant de toets met onvoldoende positief resultaat heeft gemaakt. In de waarschuwing moet de financiële dienstverlener de klant erop wijzen dat het inwinnen van advies raadzaam is. Vanuit het perspectief van consumentenbescherming vindt de AFM het onwenselijk om het product in zo'n geval execution only af te laten sluiten.
FAQ kennis- en ervaringstoets
Wanneer en hoe moet de klant worden gewaarschuwd dat advies inwinnen raadzaam is?
Mag een klant die de kennis- en ervaringstoets niet heeft gehaald herkansen?
Kan een klant zijn eigen kennis en ervaring inschatten?
De AFM acht het van belang dat vragen overwegend inhoudelijk van aard zijn. Dit houdt in dat de klant zoveel mogelijk gevraagd wordt om zijn kennis over het product en de dienstverlening, en de bijbehorende risico’s, toe te passen door middel van het beantwoorden van inhoudelijke vragen. Bijvoorbeeld over relevante scenario’s en/of stellingen. Vragen naar de ervaring van klanten kunnen enigszins geobjectiveerd worden door de klant te vragen naar het proces.
Mag een klant die de kennis- en ervaringstoets niet heeft gehaald het product alsnog zonder advies afsluiten?
Welke inhoudelijke elementen moet de kennis- en ervaringstoets bevatten?
Bij het opstellen van de kennis- en ervaringstoets, kan het behulpzaam zijn de volgende vragen in gedachten te houden:
• Hoe is de vragenlijst tot stand gekomen? Welke personen en welke onderdelen binnen de organisatie zijn daarbij betrokken?
• Bij welke uitkomst van de toets staat in voldoende mate vast dat de dienst en het product passend zijn voor de klant?
• Komen alle relevante kenmerken om passendheid te kunnen bepalen in de vragen aan bod?
• Hoe kan de kennis- en ervaringstoets eraan bijdragen dat enkel klanten die binnen de afgebakende doelgroep vallen het product kunnen afsluiten?
Hoe kan de effectiviteit van de kennis- en ervaringstoets worden geëvalueerd?
De uitkomsten van de evaluatie kunnen ook bruikbaar zijn bij de periodieke evaluatie van het productdistributieproces. Als blijkt dat de producten - meer dan incidenteel - zijn verkocht buiten de vastgestelde doelgroep, is de distributiestrategie waarschijnlijk niet in lijn met de vastgestelde doelgroep. Dit kan betekenen dat het productdistributieproces moet worden aangepast.
Hoe kunnen de vragen in een kennis- en ervaringstoets het beste worden geformuleerd?
• vermijd lange vragen die moeilijk te begrijpen zijn
• gebruik concrete bewoordingen. Vermijd woorden, vragen en antwoordopties die op meerdere manieren geïnterpreteerd kunnen worden. Vermijd bijvoorbeeld woorden als vaak, regelmatig en soms
• stel één vraag tegelijk. Toets dus verschillende kenmerken of risico’s niet in één vraag
• maak antwoordopties volledig, niet vatbaar voor meerdere interpretaties en wederzijds uitsluitend.
Waar moet de kennis- en ervaringstoets aan voldoen?
De klant heeft recent advies gehad, moet de kennis- en ervaringstoets dan toch worden afgenomen?
Wanneer is een kennis- en ervaringstoets verplicht?
• een hypotheek
• een individuele arbeidsongeschiktheidsverzekering
• en betalingsbeschermer (bijvoorbeeld een overlijdensrisicoverzekering die is afgesloten ter dekking van het risico dat de klant de betalingsverplichtingen voor zijn of haar hypotheek niet kan nakomen)
• een ‘complex product’ in de zin van artikel 1 van het BGfo, bijvoorbeeld een beleggingsobject, een beleggingsverzekering of een tweedepijlerpensioenverzekering.
Dit staat in artikel 4:24, eerste lid, Wft jo. artikel 80e, eerste lid, BGfo. In deze artikelen staat ook het volledige overzicht van producten waarbij de kennis- en ervaringstoets van toepassing is.
Welke informatie moet worden ingewonnen over kennis bij een kennis- en ervaringstoets?
• de kennis van de klant over het betreffende financiële product/de betreffende financiële producten
• het inzicht van de klant in de eigenschappen en risico’s van het betreffende financiële product/ de betreffende financiële producten
• het inzicht van de klant in de eigenschappen en risico’s van de dienstverlening
• de mate waarin de klant inzicht heeft in zijn eigen financiële situatie
• de behoefte van de klant aan advies over het desbetreffende financiële product/de betreffende financiële producten.
Dit staat in artikel 4:24, eerste lid, Wft jo artikel 80e, tweede lid, aanhef en onder a tot en met d, Bgfo.
Hoe verhoudt de kennis- en ervaringstoets zich tot de normen voor productontwikkeling?
In dit licht is het voor de hand liggend dat de kennis- en ervaringstoets ook onderdeel uitmaakt van de distributiestrategie; de kennis- en ervaringstoets kan zó worden vormgegeven dat deze er – naast andere waarborgen - aan bijdraagt dat het product enkel bij de afgebakende doelgroep terechtkomt en niet daarbuiten. Zo is het mogelijk dat naast vragen naar de kennis en ervaring van de klant, ook vragen worden gesteld over bijvoorbeeld de risicobereidheid van de klant, diens inzicht in de eigen financiële situatie en/of specifieke uitsluitingen waaruit blijkt dat een klant wel of niet tot de doelgroep behoort.
Wat als klanten afhaken omdat de kennis- en ervaringstoets te lang of ingewikkeld is?
Partijen kunnen het afhaken van klanten voorkomen door de kennis- en ervaringstoets niet té lang te maken en de hoeveelheid achtergrondinformatie per vraag beperkt te houden. Daarnaast kan het gebruik van concrete en voor de klant relevante scenario’s helpen om de motivatie van klanten te verhogen. Een toets waarin scenario’s worden geschetst, kost klanten weliswaar meer tijd en moeite, maar zal hen tegelijkertijd motiveren om de vragen goed en volledig te beantwoorden.
Hoe kan de betrouwbaarheid van de kennis- en ervaringstoets worden verhoogd?
• het toekennen van een hogere score aan een juiste beantwoording van inhoudelijke kennisvragen dan aan vragen naar de ervaring van de klant
• het opnemen van zogenaamde ‘knock-out vragen’ waarbij de klant bij een foutief antwoord het product niet meer zelfstandig mag afsluiten, ook niet als hij alle andere vragen goed heeft. Hierbij is het echter geheel afhankelijk van de aard van de vraag of de betrouwbaarheid van de uitkomsten ook daadwerkelijk wordt verhoogd. Als het een ‘zelfrapportagevraag’ is waarbij het goede antwoord voor de hand ligt, is dit niet het geval. Daarnaast geldt dat vragen zoals “Heeft u behoefte aan advies?" of “Begrijpt u de productvoorwaarden?” op zichzelf weliswaar niet de betrouwbaarheid van de uitkomsten verhogen, maar volgens de AFM wel knock-out vragen zouden moeten zijn. Als de klant de eerste vraag met ‘ja’ en/of de tweede vraag met ‘nee’ beantwoordt, zou dit immers tot het oordeel moeten leiden dat execution only dienstverlening niet passend is voor de klant.
Klanten doorlopen op mijn website de module van een aanbieder. Wie is dan verantwoordelijk voor de kennis- en ervaringstoets?
Heeft de AFM een voorbeeld van een goede kennis- en ervaringstoets?
Welke informatie moet worden ingewonnen over de ervaring bij een kennis- en ervaringstoets?
• de ervaring van de klant met het product
• de ervaring van de klant met execution only dienstverlening.