Go to content

Toegankelijkheid (digitale) dienstverlening

Vanaf 28 juni 2025 treedt de European Accessibility Act (EEA) in werking. Deze nieuwe Europese Richtlijn bevat voorschriften om producten en (online) dienstverlening toegankelijk te maken voor mensen met een beperking. Onder andere dienstverleners die bankdiensten en financiële e-handelsdiensten verlenen aan consumenten, moeten aan de EAA gaan voldoen.

Het doel van de European Accessibility Act 

Het doel van de EAA is dat consumenten met een beperking in staat worden gesteld om zelfstandig gebruik te maken van producten en diensten, waaronder digitale financiële dienstverlening. In Nederland leven zo’n 5,5 miljoen mensen (32%) met een beperking, in Europa ligt dit aantal op 101 miljoen (27%).

De AFM hecht belang aan het verbeteren van de toegang tot financiële dienstverlening om de maatschappelijke participatie van mensen met een handicap te vergroten. Daarnaast bereiken toegankelijke producten en diensten een groter publiek, wat commerciële kansen creëert voor ondernemingen.

Bankdiensten en financiële e-handelsdiensten

De reikwijdte van de EAA is breed en geldt voor het merendeel van de aanbieders van producten en diensten. De AFM is aangewezen als bevoegde autoriteit voor het toezicht op bankdiensten en financiële e-handelsdiensten.

Het verlenen van 'bankdiensten' aan consumenten heeft betrekking op het aanbieden van:

  • Kredietovereenkomsten
  • Beleggingsdiensten/activiteiten en nevendiensten
  • Betalingsdiensten
  • Diensten die verband houden met betaalrekeningen
  • Elektronisch geld
Het verlenen van ‘financiële e-handelsdiensten’ aan consumenten heeft kort gezegd betrekking op het aanbieden van financiële diensten via het internet aan consumenten, op individueel verzoek en met oog op het afsluiten van een overeenkomst.

Digitale toegankelijkheid volgens 4 principes 

De toegankelijkheid van websites, apps en andere online toepassingen wordt beschreven volgens 4 principes: bedienbaar, waarneembaar, begrijpelijk en robuust. De Europese Norm voor digitale toegankelijkheid (EN 301 549) bevat vereisten voor ICT-toepassingen om aan deze principes te voldoen. Deze vereisen zijn nader uitgewerkt in de internationale technische standaard voor digitale toegankelijkheid: de WCAG (Web Content Accessibility Guidelines).

  • Bedienbaar. De website is eenvoudig te bedienen. Niet alleen met een muis, maar ook bijvoorbeeld met een toetsenbord, een schermlezer en door stembesturing.
  • Waarneembaar. De tekstgrootte, het lettertype en het contrast maken de tekst goed leesbaar en de tekst is bijvoorbeeld ook voor blinden- of slechtzienden goed uit te lezen.
  • Begrijpelijk. Het is eenvoudig om je weg te vinden en je doel te bereiken, zoals bijvoorbeeld het vinden van de gewenste informatie of het plaatsen van een bestelling.
  • Robuust. De content kan betrouwbaar geïnterpreteerd worden door verschillende technologieën zoals schermlezers en andere hulpmiddelen. 

 

Veelgestelde vragen

Welke informatie moet aan consumenten worden verstrekt over de toegankelijkheid van de dienst?

Bij het verlenen van een dienst (in de online omgeving) wordt informatie over de toegankelijkheid verstrekt en uitgelegd:
  • Hoe de dienst werkt
  • Hoe de dienst samenwerkt met bijbehorende producten
  • Op welke manier de dienst toegankelijk is
  • Met welke hulpapparaten de dienst bedienbaar is
Daarvoor gelden kortgezegd de volgende vereisten:
  • De informatie wordt op minimaal twee manieren (zintuigen) aangeboden. Bijvoorbeeld via tekst en geluid.
  • De informatie is (ook) beschikbaar in tekstformat (bijv. HTML), zodat die kan worden voorgelezen door hulpsoftware en lezers bijvoorbeeld zelf het font kunnen aanpassen.
  • De informatie is voor alle gebruikers waarneembaar. Bijvoorbeeld door een filmpje te voorzien van ondertiteling voor slechthorenden en een beschrijvende voice-over (audiodescriptie) voor slechtzienden.
  • Aanbieden van een alternatief voor informatie die alleen te zien of te beluisteren is. Bijvoorbeeld een beschrijvende tekst bij afbeeldingen of grafieken.
  • De informatie wordt op een begrijpelijke manier gepresenteerd. Dat betekent o.a. dat informatie in een logische volgorde en op een voorspelbare manier wordt getoond.
  • De informatie wordt gepresenteerd met voldoende contrast en een lettertype in geschikte grootte (zo groot als nodig is voor de gebruiksomstandigheden).
  • De informatie heeft een aanpasbare letter-, regel- en alinea-afstand.

Daarnaast zorgen dienstverleners voor ondersteunende diensten (zoals helpdesks, callcenters, technische ondersteuning), die, voor zover beschikbaar, via toegankelijke communicatiemethoden informatie kunnen verstrekken over de toegankelijkheid van de dienst en met welke hulpapparaten de dienst werkt.

Let op verschillende contactopties: voor doven of slechthorenden is bellen geen optie en mailen kan lastig zijn voor iemand met een verstandelijke beperking.

Welke aanvullende vereisten gelden er voor bankdiensten en (financiële) e-handelsdiensten?

Voor bankdiensten gelden de volgende aanvullende vereisten:

  • Identificatiemethoden (bijv. bij inloggen of betalen), betalingsdiensten en elektronische ondertekening door consumenten zijn waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust;
  • De informatie is begrijpelijk, namelijk maximaal van de moeilijkheidsgraad B2 (hoger middenniveau) van het gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen van de Raad van Europa.
Voor (financiële) e-handelsdiensten gelden de volgende aanvullende vereisten:
  • Identificatiemethoden (bijv. bij inloggen of betalen), betalingsdiensten en elektronische ondertekening door consumenten zijn waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust;
  • Informatie van de verantwoordelijke marktdeelnemer over de toegankelijkheid van de aangeboden producten en diensten worden aan de consument verstrekt.
  •  

Moet ik een toegankelijkheidsverklaring opstellen?

Ja, alle dienstverleners die bankdiensten en e-handelsdiensten verlenen aan consumenten moeten een toegankelijkheidsverklaring opstellen. In de algemene voorwaarden of een gelijkwaardig document wordt door dienstverleners, op toegankelijke wijze, informatie opgesteld over de conformiteit van de dienst met de toepasselijke toegankelijkheidsvoorschriften. Deze informatie omvat kortgezegd het volgende:

  • Een algemene beschrijving van de dienst en hoe de dienst werkt;
  • Een beschrijving van de manier waarop de dienstverlening aan de toegankelijkheidsvoorschriften voldoet;
  • Een beschrijving van de processen die waarborgen dat de dienst toegankelijk blijft.

 

Hoe zorg ik dat mijn dienstverlening toegankelijk blijft?

Wanneer er veranderingen plaatsvinden binnen uw organisatie of de toepasselijke normen is het van belang dat de (online) dienstverlening toegankelijk blijft. Dit vergt een organisatiebrede aanpak.

  • Dienstverleners stellen procedures op die garanderen dat de dienstverlening aan de toepasselijke toegankelijkheidsvoorschriften blijft voldoen.
  • Dienstverleners leiden personeel op in het gebruik van de toegankelijke diensten en (waar relevant) producten. De opleiding moet onder meer betrekking hebben op informatieverschaffing, advies en reclame.

 

Zijn er uitzonderingen of vrijstellingen voor dienstverleners om aan de EAA te voldoen? 

Ja, er geldt een uitzondering of vrijstelling in de volgende gevallen:

Micro-ondernemingen

Voor micro-ondernemingen met minder dan 10 medewerkers en een jaaromzet of een jaarlijks balanstotaal van maximaal 2 miljoen euro geldt een vrijstellingsregeling.
Ondanks deze vrijstelling moedigt de AFM alle micro-ondernemingen aan diensten te verlenen die zo goed mogelijk voldoen aan de toegankelijkheidsvoorschriften van de EAA, met het oog op een groter concurrentievermogen en groeipotentieel ervan in de interne markt.

Onevenredige last en fundamentele wijziging

De toegankelijkheidsvoorschriften zijn niet van toepassing wanneer de naleving ervan:

  • een onevenredige last voor de betrokken dienstverlener oplevert; of
  • leidt tot een fundamentele wijziging van de wezenlijke aard van de dienst
Een dienstverlener kan zich beroepen op een onevenredige last wanneer de kosten van de naleving van de toegankelijkheidsvoorschriften niet evenredig zijn aan het voordeel voor personen met een beperking. Bij het beoordelen van de mate waarin de toegankelijkheidsvoorschriften een onevenredige last zouden opleveren, mag de dienstverlener alleen rekening houden met legitieme redenen. Het ontbreken van prioriteit, tijd of kennis is geen legitieme reden. In bijlage VI van de EAA staan criteria voor de beoordeling van een onevenredige last. Dienstverleners die zich beroepen op een onevenredige last zullen de toegankelijkheidsvoorschriften wel moeten naleven voor zover die geen onevenredige last opleveren. Een dienstverlener kan zit beroepen op een fundamentele wijziging wanneer de naleving van de toegankelijkheidsvoorschriften een dienst zo ingrijpend aanpassen dat het resulteert in een fundamenteel andere dienst. Dienstverleners die uit andere bronnen dan eigen middelen financiering ontvangen ter verbetering van de toegankelijkheid, ongeacht of het om publieke of particuliere financiering gaat, kunnen geen beroep doen op een onevenredige last of fundamentele wijziging.

Bepaalde inhoud van websites en mobiele toepassingen

De EAA is niet van toepassing op (onder meer) de volgende inhoud van websites en mobiele toepassingen:
  • Vooraf opgenomen, op tijd gebaseerde media (audio- en videobestanden) die gepubliceerd zijn vóór 28 juni 2025;
  • Kantoorbestandsformats die gepubliceerd zijn vóór 28 juni 2025;
  • Van derden afkomstige inhoud die niet door de betrokken marktdeelnemer wordt gefinancierd of ontwikkeld en waarover deze geen zeggenschap heeft; Inhoud van websites en toepassingen op basis van mobiele apparaten die kunnen worden aangemerkt als archieven, wat betekent dat zij enkel inhoud bevatten die niet wordt bijgewerkt of aangepast na 28 juni 2025; en
  • Onlinekaarten en -karteringsdiensten, indien essentiële informatie op een toegankelijke, digitale wijze wordt verstrekt in het geval van voor navigatie bestemde kaarten.

Business-to-business

De EAA is niet van toepassing op business-to-business dienstverlening.

 

Welke autoriteiten zijn betrokken bij het toezicht op de EAA?

Het toezicht op de EAA is in Nederland verdeeld onder de Autoriteit Consument Markt (ACM), Rijksinspectie voor Digitale Infrastructuur (RDI), Commissariaat voor de Media (CvdM), Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en de Autoriteit Financiële Markt (AFM). Meer informatie vindt u op de website over toezicht op toegankelijkheid van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Moeten fysieke producten die gebruikt worden bij het verlenen van een dienst ook toegankelijk zijn?

Ja, wanneer er bij het verlenen van diensten gebruik wordt gemaakt van fysieke producten, moeten deze producten gaan voldoen aan de toegankelijkheidsvoorschriften uit de EAA. Denk hier bijvoorbeeld aan een random reader of e-dentifier bij betaaldienstverlening.

Voor de toegankelijkheid van producten die gebruikt worden bij het verlenen van een dienst geldt een overgangsperiode van vijf jaar. Diensten mogen tijdens deze overgangsperiode worden verleend met gebruikmaking van de producten die vóór 28 juni 2030 in de handel zijn gebracht. Tijdens de overgangsperiode dienen deze producten te worden aangepast aan de voorschriften van de EAA en wanneer producten worden vervangen, moeten de nieuwe producten voldoen aan de toegankelijkheidsvereisten.