Productontwikkeling en -distributie (productgovernance)
Er gelden wettelijke vereisten ten aanzien van de productontwikkeling door financiële ondernemingen en de wijze waarop zij producten distribueren aan de juiste doelgroep (‘productgovernance’). Zoals vastgelegd in MiFID II en IDD, zijn de vereisten ook van toepassing op beleggingsondernemingen en distributeurs van verzekeringsproducten.
Productgovernance wordt ook wel aangeduid als Product Approval and Review Proces (PARP) of productontwikkelingsproces (POP).
Financiële ondernemingen richten hun productgovernance zorgvuldig in
Financiële ondernemingen moeten over adequate procedures en maatregelen beschikken die waarborgen dat bij de ontwikkeling van een financieel product op een evenwichtige wijze rekening wordt gehouden met de belangen van de consument. Een financieel product moet aantoonbaar het resultaat zijn van deze belangenafweging. Er dienen alleen producten te worden ontwikkeld die in het belang van de klant zijn en die worden aangeboden aan een afgebakende groep klanten voor wie het product geschikt is (de doelgroep).
De inrichting van de productgovernance (het beleid) waarborgt dat:
- de doelgroep van het product is afgebakend
- de werking van het product in verschillende scenario’s wordt getoetst
- de productinformatie en, voor zover redelijkerwijs mag worden verwacht, de distributie van het product is afgestemd op de doelgroep
- er regelmatig een controle (review) en indien nodig gepaste bijstelling van het beleid en de producten plaatsvindt
De mate van toepassing van de bovenstaande elementen in de praktijk is afhankelijk van de complexiteit en de impact van een product: hoe complexer en impactvoller het product, des te diepgaander de productontwikkeling dient te worden uitgevoerd. Verschillende elementen van de productontwikkeling leiden veelal niet tot een zwart-wit uitkomst. Het is daarom van belang dat ondernemingen zorgvuldige afwegingen maken en deze ook vastleggen.
Financiële ondernemingen voeren hun beleid zorgvuldig uit
Om ‘misselling’ te voorkomen dienen ondernemingen het opgestelde beleid in de praktijk goed uit te voeren. Het is hierbij van belang dat de overwegingen, onderbouwingen en gemaakte keuzes goed worden vastgelegd.
Zowel het beleid als de producten worden periodiek geëvalueerd
Financiële ondernemingen moeten regelmatig de inrichting van het productontwikkelingsproces evalueren. Als de evaluatie hier aanleiding toe geeft, moeten zij deze inrichting aanscherpen. Zo kan er sprake zijn van nieuwe wet- en regelgeving die vraagt om een gewijzigd productontwikkelingsproces. Ook kan blijken dat de vaststelling van de doelgroepen en distributiestrategieën niet goed gaan, waardoor het productontwikkelingsproces gewijzigd moet worden.
Ook de financiële producten moeten periodiek, en als daar aanleiding toe is, geëvalueerd worden. Deze aanleiding kan zowel uit de (onderdelen) van het product zelf voortkomen, als uit externe omstandigheden. Mogelijke indicatoren zijn wijzigingen in de voorwaarden van een product die tot aanzienlijke wijzigingen in de werking van het product leiden (bijvoorbeeld wanneer de dekking van de verzekering verandert), macro-economische omstandigheden of een toename van het aantal klachten. De financiële onderneming houdt bij het bepalen van de frequentie van de evaluaties rekening met de complexiteit en risico’s van het product.
Financiële producten zijn aantoonbaar het resultaat van een evenwichtige belangenafweging
Financiële ondernemingen moeten kunnen aantonen dat hun financiële producten het resultaat zijn van een evenwichtige belangenafweging. Alleen producten die toegevoegde waarde bieden voor de afgebakende doelgroep dienen te worden aangeboden. De AFM raadt ondernemingen aan om bij het ontwikkelen van hun producten (en de dienstverlening rondom het product) gebruik te maken van het ‘KNVB-toetskader’. Met dit kader kunnen ondernemingen producten toetsen op Kostenefficiëntie, Nut, Veiligheid en Begrijpelijkheid (KNVB) vanuit het perspectief van de klant. Gezamenlijk geven de criteria een beeld of het product toegevoegde waarde voor de klant levert.
Toepassingsbereikvereisten productgovernance
De vereisten voor productgovernance verschillen per soort financieel product en de rol van de financiële onderneming. Zo wordt onderscheid gemaakt tussen financiële ondernemingen die producten ontwikkelen of producten samenstellen en op de markt verkrijgbaar stellen (‘ontwikkelaars’) en financiële ondernemingen die producten distribueren (‘distributeurs’). Bij producten wordt onderscheid gemaakt tussen bancaire producten (bv. kredieten en spaarrekeningen), verzekeringsproducten en financiële instrumenten (bv. effecten en derivaten).
Naast de wettelijke vereisten bestaan er richtsnoeren van de EBA en ESMA voor productgovernance, alsook ‘EIOPA’s approach to the supervision of product governance’. De AFM past de richtsnoeren binnen haar toezicht toe.
Vereisten voor ontwikkelaars
(Wettelijke) vereisten | Financiële instrumenten | Verzekeringsproducten | Bancaire producten |
Beleggingsobjecten*, deelnemingsrechten in alternatieve beleggingen voor retail en premiepensioenvorderingen |
Artikel 32 BGfo | X | X | X | X |
Artikel 32a BGfo | X** | |||
Artikel 32 aa BGfo | X | |||
Artikel 32c BGfo | ||||
Artikel 32e BGfo | X | |||
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2358 ter uitvoering van IDD | X | |||
EIOPA’s approach to the supervision POG |
X | |||
Richtsnoeren ESMA | X*** | |||
Richtsnoeren EBA | X |
*Aanbieders van beleggingsobjecten zijn uitgezonderd wanneer zij voldoen aan de criteria uit artikel artikel 2, lid 1, sub a van de Vrijstellingsregeling Wft.
** Dit artikel is alleen van toepassing op beleggingsondernemingen die financiële instrumenten ontwikkelen.
*** Deze Richtsnoeren zijn alleen van toepassing op beleggingsondernemingen die financiële instrumenten ontwikkelen en/of distribueren.
Vereisten voor distributeurs
(Wettelijke) vereisten | Financiële instrumenten | Verzekeringsproducten | Bancaire producten |
Artikel 32ab BGfo | X | ||
Artikel 32b BGfo | X | ||
Artikel 32c BGfo | X | ||
Artikel 32e BGfo | X | ||
Gedelegeerde verordening ter uitvoering van IDD | X | ||
EIOPA's approach to the supervision POG | X | ||
Richtsnoer ESMA | X*** | ||
Richtsnoer EBA | X |