Informatieverstrekking bij beleggingen
Adequate informatieverstrekking is een voorwaarde voor zorgvuldige dienstverlening. U moet beleggers zodanig informeren dat zij een goede afweging kunnen maken bij de aanschaf van een financieel product.
Er kunnen voorschriften zijn voor informatie die vooraf aan de overeenkomst wordt gegeven, bijvoorbeeld voor reclames. Na de aanschaf van het product is het in sommige gevallen verplicht informatie te verstrekken. De eisen voor informatieverstrekking over beleggingen zijn onder meer afhankelijk van het soort belegging en van het soort onderneming.
Regels voor beleggingsondernemingen
Als beleggingsonderneming moet u in het verstrekken van informatie aan bepaalde voorschriften voldoen. De informatie moet bijvoorbeeld accuraat zijn en een correcte en duidelijke indicatie geven van de risico's wanneer op de mogelijke voordelen van een beleggingsdienst of financieel instrument wordt gewezen (artikel 44 Gedelegeerde verordening 2017/565).
Als u als beleggingsonderneming reclame maakt voor rechten van deelneming in een beleggingsinstelling:
- mag de reclame geen afbreuk doen aan verplicht te verstrekken informatie (artikel 4:19, eerste lid, Wft)
- moet de informatie niet misleidend, duidelijk en correct zijn (artikel 4:19, tweede lid, Wft )
- moet voor de cliënt het commerciële oogmerk van de reclame als zodanig herkenbaar zijn (artikel 4:19, derde lid, Wft)
In een reclame waarin informatie wordt gegeven over een complex product moet een risico-indicator worden vermeld (artikel 52, 10e lid, BGfo).
Reclame over een beheerder of een beleggingsinstelling moet aan een aantal vereisten voldoen. Bijvoorbeeld de naam van de beheerder of een beleggingsinstelling moet worden vermeld (artikel 55 BGfo).
Verplichte informatie bij aanbieden effecten (algemeen/niet complex)
Voor het aanbieden van effecten aan het publiek of het doen toelaten op een gereglementeerde markt in Nederland zie Prospectusverplichtingen.
Verplichte informatie na goedkeuring prospectus
Informatieverplichtingen na goedkeuring van prospectus: dit wordt geregeld in artikel 5:23 Wft. Dit artikel richt zich vooral op wat u moet doen wanneer zich een belangrijke nieuwe ontwikkeling voordoet / materiële vergissing of onjuist wordt geconstateerd die verband houdt met de informatie in een goedgekeurd prospectus.
Doorlopende informatieverplichting: informatie hierover kunt u vinden in artikel 5:24 Wft. Hierin wordt behandeld wanneer en welke informatie u moet verstrekken nadat uw prospectus is goedgekeurd. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan jaarverslagen.
Informatieverstrekking bij aandelen, obligaties, opties, warrants en futures
Aandelen, obligaties, opties, warrants en futures worden juridisch allen beschouwd als een effect zoals gedefinieerd in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht. Dit betekent dat met betrekking tot de informatieverstrekking over deze producten onder andere artikel 5:20 Wft van toepassing is. Deze is van toepassing wanneer u als uitgevende instelling fungeert.
Wanneer u als beleggingsonderneming fungeert zijn de belangrijkste artikelen 4:19 Wft en 4:20 Wft. Hierin staat dat de informatie die u verstrekt correct, duidelijk en niet misleidend moet zijn. Daarnaast dient u alle relevante informatie te verstrekken voor een adequate beoordeling van het product. In het besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen zijn de vereisten van bovenstaande artikelen verder uitgewerkt.
Reclame en andere niet-verplichte informatie bij aanbieden effecten
Natuurlijk is het niet verplicht reclame te maken. Maar als u reclame maakt moet u zich wel aan bepaalde regels houden. Er is sprake van reclame als de informatieverstrekking een wervend of aanprijzend karakter kent voor een bepaalde financiële dienst of een bepaald financieel product.
Als u reclame maakt die betrekking heeft op een aanbieding van effecten aan het publiek of een toelating van effecten tot de handel op een gereglementeerde markt moet de reclame aan een aantal regels voldoen.
De belangrijkste regels zijn dat de reclame herkenbaar is als een reclame en niet onjuist of misleidend is. Ook moet de informatie in de reclame hetzelfde zijn als de informatie in het prospectus. Daarnaast moet u vermelden dat er een prospectus algemeen verkrijgbaar is (of wordt gesteld) en waar het kan worden verkregen. Informatie hierover kunt u vinden in artikel 5:20 Wft.
Infoverstrekking bij rechten van deelneming in een beleggingsinstelling (complex)
Er zijn deelnemingsrechten in een closed-end beleggingsinstelling en deelnemingsrechten in een open-end beleggingsinstelling.
Met uitzondering van verhandelbare deelnemingsrechten in een closed-end beleggingsinstelling zijn rechten van deelneming door de wetgever aangewezen als een complex product. De wetgever heeft hiervoor vereisten opgesteld die het doel hebben de consument inzichten te geven in de wezenlijke kenmerken van het product en in staat te stellen om deze producten met elkaar te vergelijken.
Wanneer u verhandelbare closed-end deelnemingsrechten aanbiedt verwijzen, wij u voor de informatievereisten naar het onderdeel. De informatie hierna gaat over niet verhandelbare rechten van deelneming in beleggingsinstellingen.
Waarmee moet u rekening houden bij het verstrekken van informatie?
Hieronder staan de wettelijk voorschriften voor informatieverstrekking waar u zich aan moet houden. Welke voorschriften voor u gelden is afhankelijk van de hoedanigheid waarin u informatie verstrekt. De voorschriften voor een beleggingsonderneming zijn bijvoorbeeld anders dan de voorschriften voor een aanbieder.
Aanbieder, beheerder en beleggingsinstelling
Als beheerder bent u verplicht om een website met een prospectus beschikbaar te hebben. Hierover kunt u meer informatie vinden in de artikelen 4:46 Wft, 4:49 Wft en 118 BGfo met Bijlage E. Daarnaast heeft u onder andere verplichtingen ten aanzien van overige informatie op de website.
Rechten van deelneming in een beleggingsinstelling zijn aangewezen complex producten.
Verplichte informatie vóór het sluiten van de overeenkomst
Als beheerder bent u verplicht om een website met een prospectus beschikbaar te hebben. Hierover kunt u meer informatie vinden in de artikelen 4:46 Wft, 4:49 Wft en 118 BGfo met Bijlage E. Daarnaast heeft u onder andere verplichtingen ten aanzien van overige informatie op de website (artikel 50 BGfo).
Reclame en andere niet-verplichte informatie
Natuurlijk is het niet verplicht reclame te maken. Maar als u reclame maakt moet u zich wel aan bepaalde regels houden. Er is sprake van reclame als de informatieverstrekking een wervend of aanprijzend karakter kent ter zake van een bepaalde financiële dienst of een bepaald financieel product. Naast reclames kunt u ook andere onverplichte informatie verstrekken, bijvoorbeeld een offerte.
Reclame
Indien u als beheerder of beleggingingsinstelling reclame maakt voor rechten van deelneming in een beleggingsinstelling zijnde complexe producten, mag de reclame geen afbreuk doen aan verplicht te verstrekken informatie (artikel 4:19, eerste lid Wft). Daarnaast moet voor de cliënt het commerciële oogmerk van de reclame als zodanig herkenbaar zijn (artikel 4:19, derde lid, Wft.).
Andere onverplichte informatie
Voor andere onverplichte informatie geldt hetzelfde als voor reclame uitingen. Deze informatie mag geen afbreuk doen aan verplicht te verstrekken informatie. Ook moet het commerciële oogmerk als zodanig herkenbaar zijn (artikel 4:19 Wft)
Voorschriften die altijd gelden voor onverplichte informatie:
Om de consument inzicht te geven in het derdepijlerpensioenproduct, verzekering met een beleggingscomponent of verpakt retailbeleggingsproduct is het van belang dat deze consument weet dat hij zich kan verdiepen in belangrijke aspecten van het product. In de informatie moet u daarom tevens verwijzen naar de het essentiële-informatiedocument (artikel 52, vierde lid, BGfo).
Wanneer u informatie over potentiële rendementen verstrekt mag deze informatie niet misleidend zijn. Om deze reden mag u zich niet beperken tot het geven van deze historische of toekomstige rendementen, maar dient u ook de belangrijkste financiële risico’s en kosten die nodig zijn om het voorgespiegelde rendement te kunnen behalen te vermelden. (artikel 52, vijfde lid, BGfo).
Als u de informatie over toekomstige of historische rendementen via televisie of radio verstrekt, kunt u de informatie over de belangrijkste kosten daarbij verstrekken of in ieder geval voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst (artikel 52, zesde lid, BGfo).
Ter vermijding van misleiding van de consument of cliënt moet u bij het gebruik van gegarandeerde rendementen tevens de belangrijkste voorwaarden van die garantie vermelden. In het geval van reclame-uitingen hoeft dit niet meteen, maar in ieder geval op enig moment voor het sluiten van de overeenkomst (artikel 52, zevende lid, Bgfo).
Meer informatie over reclameteksten: Het Essentiële-informatiedocument.
Voorschriften die gelden bij ICBE-instellingen
Wanneer u een aanbieder van rechten van deelneming in een collectieve instelling in effecten (icbe’s) met een zetel in Nederland bent dient u zich ook aan voorschriften voor de informatieverstrekking te houden.
In reclame-uitingen moet een risico-indicator worden opgenomen (artikel 52, BGfo).
Verder moet u bij reclame over een beheerder of beleggingsinstelling rekening houden met artikel 55 BGfo. Hierin staan specifieke bepalingen met betrekking tot het verstrekken van informatie in een reclame-uiting over een beheerder of beleggingsinstelling.
Meer informatie over UCITS IV richtlijn leest u op de website van de Europese commissie.
Beleggingsobjecten
Een aanbieder van een beleggingsobject dient de consument voor het sluiten van de overeenkomst te voorzien van informatie die redelijkerwijs relevant is voor een adequate beoordeling van het product (artikel 4:20 Wft). Op deze manier biedt u de consument de mogelijkheid de producten te begrijpen om tot een goede keuze te kunnen komen.
Een aanbieder van een beleggingsobject moet de consument vóór de totstandkoming van een overeenkomst van een financiële dienst of financieel product informatie geven. Hierbij valt te denken aan het verstrekken van algemene informatie zoals de naam en het adres van bijvoorbeeld de aanbieder of de adviseur en de aard van de financiële dienstverlener (artikel 57 BGfo).
Een aanbieder van een beleggingsobject die een overeenkomst op afstand sluit (bijvoorbeeld via het internet) met een consument, heeft aanvullende informatie verplichtingen. Let voor deze informatieverplichtingen op artikel 77 t/m 80 BGfo.
Houdt er ook rekening mee dat ingevolge artikel 49 BGfo deze informatie onder andere in het Nederlands en schriftelijk dient te zijn.
Beleggingsobjectprospectus
Een aanbieder van een beleggingsobject moet een website beschikbaar hebben waarop het beleggingsobjectprospectus beschikbaar is (artikel 4:30a Wft). In het beleggingsobjectprospectus moet bepaalde voorgeschreven informatie opgenomen moeten worden. Hierbij kunt u denken aan gegevens over de aanbieder en een beschrijving van de wijze waarop wordt bepaald of de opbrengsten aan de consument worden uitgekeerd. Alle vereisten kunt u vinden in 110 BGfo.
Essentiële-informatiedocument voor beleggingsobjecten
Naast het beleggingsobjectprospectus dient een aanbieder van een beleggingsobject een Essentiële-informatiedocument (Eid) op te stellen, zodat consumenten voorafgaand aan de beslissing tot aankoop van een beleggingsobject een inschatting kunnen maken van de risico’s, de kosten en het verwachte waardeverloop van het beleggingsobject.
Reclame en andere onverplichte informatie
Uw reclame mag geen afbreuk doen aan de informatie die u verplicht moet geven en mag niet misleidend, onduidelijk of onjuist zijn
Het moet duidelijk zijn dat de informatie commercieel bedoeld is, dus gericht op het verkopen van verzekeringen.
Bij andere onverplichte informatie, bijvoorbeeld een offerte, moet u zich houden aan de dezelfde regels als voor reclames
Zie artikel 4:19 Wft.
Indextrackers
Het is belangrijk dat consumenten voor de totstandkoming van een overeenkomst op de hoogte worden gebracht van alle kenmerken van het financiële product, die nodig zijn om een adequate beoordeling van het product te kunnen maken. Deze kenmerken kunnen betrekking hebben op de werking van het product, de risico’s en de kosten die aan het product zijn verbonden.
Indextrackers, of Exchange Traded Funds (ETF’s) die een index volgen, zijn beursgenoteerde, open-end beleggingsfondsen met als beleggingsdoel het zo goed mogelijk volgen van een onderliggende index. Er zijn verschillende soorten ETF’s, zoals sectorale ETF’s en ETF’s die een grondstof of valuta volgen, deze laatste worden ook wel Exchange Traded Commodity of Exchange Traded Currency (ETC) genoemd. In deze publicatie wordt met een ‘ETF’ alleen de variant bedoeld die een index volgt.
De meest eenvoudige ETF's zijn transparante producten. Dit zijn producten waarvan de werking, voorwaarden en overige productkenmerken duidelijk zijn voor de consument. De meest eenvoudige ETF’s worden samengesteld op basis van volledige replicatie van één onderliggende index en kenmerken zich door brede spreiding, passief beheer en lage kosten.
De afgelopen tijd is een sterke groei waarneembaar in het aanbod van ETF's op de Nederlandse markt. De AFM neemt een sterke neiging waar naar de ontwikkeling van nieuwe, complexere en risicovollere soorten ETF's. De nieuwe productvarianten brengen elk hun eigen productkenmerken en specifieke risico's met zich mee. Deze kenmerken kunnen in sterke mate afwijken van de productkenmerken van de meest eenvoudige ETF’s. Voor de consument is goede, adequate informatieverstrekking bij deze producten daarom van nog groter belang. Deze ontwikkeling is aanleiding geweest voor de AFM om een onderzoek uit te voeren naar de kwaliteit van de informatieverstrekking over ETF’s.
Aan de hand van het onderzoek en de geldende wet- en regelgeving heeft de AFM een aantal relevante kenmerken van indextrackers geïdentificeerd. Om aanbieders van ETF’s inzage te geven in de wijze waarop de AFM informatieverstrekking beoordeelt, worden een aantal kenmerken hieronder toegelicht. Uiteraard zal bij het opstellen van de diverse informatiebronnen moeten worden beoordeeld hoe relevant elk kenmerk is voor het desbetreffende product. Indien een kenmerk grote invloed heeft op de werking, het risico, de kosten en/of opbrengsten van een ETF, dan kan het de duidelijkheid voor consumenten bevorderen deze informatie op meerdere prominente plaatsen in de informatieverstrekking op te nemen, zoals op de website, in de brochure en de factsheet.
Onderstaande kenmerken vormen geen uitputtende limitatieve opsomming van alle relevante productkenmerken en zijn daarom enkel bedoeld als handvat bij het evalueren en opstellen van de informatieverstrekking voor consumenten.
Meer informatie
- Onderzoeksrapport Indextrackers (samenvatting)
- Informatie over indextrackers voor consumenten
Relevante wetgeving
- artikel 4:20, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht (Wft)
- artikel 4:19, tweede lid, Wft
Gestructureerde producten
Gestructureerde producten zijn financiële instrumenten die zijn opgebouwd uit meerdere vermogenstitels, bijvoorbeeld obligaties, opties en aandelen. Voorbeelden zijn onder andere notes, bepaalde soorten indextrackers en certificaten.
De uitgevende instelling bepaalt als wat voor soort financieel instrument het product wordt samengesteld. In de praktijk worden de meeste gestructureerde producten opgezet als effect. Zowel de wijze waarop een product is gestructureerd, als de partij die de informatieverstrekking opstelt, zijn bepalend voor de regelgeving die van toepassing is op de informatieverstrekking over het product.
Op informatie opgesteld door een uitgevende onderneming is het regime van hoofdstuk 5 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) van toepassing. Stelt een beleggingsonderneming de informatie op, dan zijn de gedragsregels uit hoofdstuk 4 van de Wft van toepassing.
Voor een belegger maakt het echter geen verschil of informatieverstrekking over een gestructureerd product is opgesteld door de uitgevende instelling of een beleggingsonderneming, daarom verzoekt de AFM ook uitgevende instellingen om de norm voor beleggingsondernemingen en bijbehorende interpretaties na te leven.
In zowel 2009 als 2010 heeft de AFM onderzoek verricht naar de kwaliteit van de informatieverstrekking over gestructureerde producten. Hierbij is niet gekeken naar de kwaliteit van de producten zelf. Aan de hand van deze onderzoeken en de geldende wet- en regelgeving heeft de AFM de norm voor de informatie over gestructureerde producten toegelicht en een aantal aandachtspunten gedefinieerd. Via onderstaande link zijn een toelichting op de verrichte onderzoeken en de aandachtspunten ten aanzien van de informatieverstrekking gericht aan consumenten te raadplegen.
De informatieverstrekking over financiële producten, waaronder gestructureerde producten, moet onder meer correct, duidelijk en niet misleidend zijn. Daarnaast moet de relevante informatie verstrekt worden die de cliënt in staat stelt om een adequate beslissing te nemen ten aanzien van het product.
De AFM verwacht dat de belegger in de informatieverstrekking van een gestructureerd product wordt geïnformeerd over de kenmerken van het product en de onderliggende waarde(n) die een grote invloed kunnen hebben op het rendement van het product.
Daarbij is het van belang dat uit de informatieverstrekking duidelijk blijkt of, en zo ja, op welke wijze, het rendement kan worden beïnvloed door deze kenmerken. Daarnaast is de AFM van mening dat het duidelijk moet zijn welke keuzes zijn gemaakt bij het samenstellen van het product en wat de consequenties daarvan zijn voor de belegger. De informatie moet de belegger in staat stellen realistische verwachtingen te hebben over het te behalen rendement.
De AFM beoogt met deze interpretatie dat de belegger in de informatieverstrekking niet alleen op de hoogte wordt gebracht van bepaalde kenmerken van het product, maar dat hij op basis daarvan ook begrijpt waarom deze kenmerken voor hem van belang zijn. Daarnaast wil de AFM dat de belegger zowel tussentijds als aan het einde van de looptijd van het product niet voor verrassingen komt te staan met betrekking tot zijn behaalde rendement. Uiteraard heeft de belegger naast deze informatie meer nodig om een adequate beslissing te nemen, zoals informatie over kosten en risico’s. Ook deze informatie dient verstrekt te worden en te voldoen aan de toepasselijke wet- en regelgeving.
In de Wft, het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (BGfo) en de daarbij horende Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (Nrgfo) zijn de eisen opgenomen waaraan de brochures en overige informatieverstrekking over gestructureerde producten moeten voldoen. De volledige Wft en BGfo zijn te raadplegen op de website van de AFM.
Scheepsinvesteringen
Informeer de consument over de belangrijke kenmerken van de scheepsinvestering die u aanbiedt. Hierdoor stelt u de consument in staat om zijn eigen verantwoordelijkheid te nemen en een adequate beoordeling van het product te maken.
Aan de hand van onderzoek en de geldende wet- en regelgeving heeft de AFM een aantal relevante kenmerken van scheepsinvesteringen geïdentificeerd. Daarnaast heeft de AFM informatie geïdentificeerd die de consument nodig heeft om eventueel geprognosticeerde rendementen op waarde te schatten.
De AFM vindt het van belang dat u deze informatie aan de consument verstrekt en zal uw informatieverstrekking hierop beoordelen. Om u inzage te geven in de wijze waarop de AFM uw informatieverstrekking beoordeelt, informeert de AFM u hier over de relevante kenmerken van de scheepsinvesteringen over de relevante informatie bij geprognosticeerde rendementen.
Uiteraard beoordeelt u zelf of de informatie relevant is voor uw product. Daarnaast verwacht de AFM van u dat u uw informatieverstrekking aanvult met informatie die u daarnaast relevant vindt voor de consument.
Relevante kenmerken scheepsinvesteringen
Risico’s, rendement, kosten, verhandelbaarheid, aansprakelijkheid, financiering en fiscaliteit zijn belangrijke kenmerken van scheepsinvesteringen. Informeer de consument over deze kenmerken. Hieronder is per kenmerk uitgewerkt welke informatie belangrijk is.
Voorbeelden van informatieverstrekking
Bij een aantal kenmerken zijn voorbeelden opgenomen die illustreren welke informatie van belang voor consumenten. Deze voorbeelden vindt u via de link hiernaast op de pagina.
Uiteraard beoordeelt u zelf of onderstaande informatie relevant is voor uw product. Daarnaast verwacht de AFM van u dat u uw informatieverstrekking aanvult met informatie die u daarnaast relevant vindt voor de consument.
Risico’s
Een scheepsinvestering kent een aantal risico’s die specifiek zijn voor dit type belegging. Dit zijn in ieder geval de cyclische markt, het financierings- en herfinancieringsrisico, de afwijkende verkoopopbrengst en het valutarisico. Informeer de consument over deze risico’s. Beschrijf ook welke consequenties de risico’s kunnen hebben voor de consument.
Rendement
Het rendement van een scheepsinvestering is afhankelijk van verschillende variabelen. Informeer de consument over de variabelen die een grote invloed hebben op het rendement en over de wijze waarop deze variabelen het rendement beïnvloeden. Hierdoor heeft de consument realistische verwachtingen. Ook staat hij aan het einde van de looptijd niet voor verrassingen, omdat hij weet welke variabelen zijn rendement beïnvloeden.
Kosten
Informeer de consument over de kosten die hij naast zijn inleg moet betalen bij de aankoop van de scheepsinvestering. Vertel daarnaast dat een groot deel van de kosten om het schip te bouwen en te exploiteren vaste kosten zijn en dat hierdoor het rendement op de investering snel verminderd bij tegenvallende opbrengsten.
Verhandelbaarheid
De verhandelbaarheid van participaties in scheepsinvesteringen is vaak beperkt. Informeer de consument erover dat de kans groot is dat hij gedurende de looptijd niet over zijn geld kan beschikken. Vertel ook over de wijze waarop hij zijn participatie kan verkopen.
Aansprakelijkheid / maximaal verlies
Scheepsinvesteringen worden aangeboden in verschillende beleggingsvormen die verschillende consequenties hebben voor de aansprakelijkheid van de consument. De aansprakelijkheid kan tijdens de looptijd zelfs wijzigen. Informeer de consument zijn aansprakelijkheid en over welk deel van zijn vermogen hij kan verliezen.
Financiering schip
Het schip wordt vaak voor een groot deel gefinancierd met een hypothecaire geldlening. Dit heeft grote consequenties voor de belegging. Informeer de consument over deze consequenties.
Fiscaliteit
Bij scheepsinvesteringen wordt vaak gebruik gemaakt van een fiscaal regime. Informeer de consument over wie gebruik kan maken van het fiscale regime en over de consequenties dit voor hem heeft. Vertel ook aan welke voorwaarden hij moet voldoen om gebruik te kunnen maken van het fiscaal regime.
Relevante informatie bij geprognosticeerde rendementen
Het communiceren van geprognosticeerde rendementen schept verwachtingen bij de consument. Als u hierover informeert is het belangrijk dat de verwachtingen realistisch zijn. Informeer de consument erover dat het rendement een schatting is en dat dit in werkelijkheid zal afwijken.
Als het geprognosticeerde rendement van de scheepsinvestering afhankelijk is van de aftrek op de inkomstenbelasting, heeft de consument extra informatie nodig om het geprognosticeerde rendement op waarde te schatten. De consument belegt immers in een scheepsinvestering en niet in een fiscaliteit; de investering moet de doorslag geven.
Informeer de consument dan ook over het geprognosticeerde rendement dat wordt behaald op de investering als geen rekening wordt gehouden met de teruggave van de inkomstenbelasting. Alleen dan kan de consument een goede risico/rendementsafweging maken.
Informeer de consument daarnaast over de belastingschaal waarmee het rendement is berekend en over het feit dat hij dit rendement alleen kan halen als de gehele aftrek plaatsvindt in de betreffende belastingschaal. De consument kan met deze informatie de afweging maken of de belegging past bij zijn persoonlijke situatie.