Regels reclame bij goedgekeurde prospectussen
Uit onderzoek blijkt dat reclame een belangrijke rol speelt bij beleggingsbeslissingen. Reclame die wordt gepubliceerd in het kader van een aanbieding of noteringen van effecten waarvoor een goedgekeurd prospectus is gepubliceerd, moet voldoen aan bepaalde regels. Zo mag de informatie in een reclamebericht niet inaccuraat of misleidend zijn en moet het in overeenstemming zijn met de in het prospectus verstrekte informatie. Zo nodig treedt de AFM handhavend op als blijkt dat gepubliceerde reclame niet voldoet aan de regels.
Vereisten Prospectusverordening
Wat verstaan we onder reclame bij prospectussen?
- gaat over een specifieke aanbieding van effecten aan het publiek of op een toelating tot de handel op een gereglementeerde markt
- specifiek gericht is op de promotie van een mogelijke inschrijving op of aankoop van effecten.
Beoordeling conceptreclame door de AFM
Conceptreclame voorleggen aan de AFM
Belangrijke regels voor reclame
Reclame bij een goedgekeurd prospectus moet voldoen aan wettelijke vereisten van de Prospectusverordening. Deze vereisten staan in artikel 22 van de Prospectusverordening en artikelen 13-17 van de Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/979. In hoofdstukken 1 en 6 van de Beleidsregel Informatieverstrekking staat een verdere invulling van deze normen.
Verwijzing naar prospectus
Niet inaccuraat
- informatie die niet waar is. Bijvoorbeeld het vermelden dat een uitgevende instelling onder toezicht van de AFM staat terwijl dat niet het geval is.
- informatie die niet in overeenstemming is met de voorwaarden van het product.
- een reclame-uiting die tegenstrijdige informatie bevat.
Niet misleidend
- Een verwijzing naar de AFM als een kwaliteitskeurmerk. Bijvoorbeeld door onze goedkeuring van het prospectus of een vergunning koppelen aan zekerheid of vertrouwen. Of als de goedkeuring van het prospectus zodanig wordt vermeld dat dit als een kwaliteitskeurmerk of als een (positief) kenmerk van het product wordt gepresenteerd. Of bijvoorbeeld door te suggereren dat de AFM het product ondersteunt of aanbeveelt.
- Op opvallende wijze schaarste presenteren. Bijvoorbeeld door informatie over de omvang van de uitgifte, beschikbaarheid of een mogelijke kortingsperiode van de effecten op opvallende wijze te presenteren, waardoor het risico bestaat dat de belegger gestuurd wordt om snel te handelen. Dit zijn mededelingen zoals ‘op = op’ en ‘wees er snel bij’.
- Risico’s niet letterlijk benoemen of niet als dusdanig formuleren. Bijvoorbeeld als er nadruk wordt gelegd op de overdraagbaarheid van effecten terwijl de beperkte verhandelbaarheid ervan juist een risico is.
- Een vergelijking van twee verschillende producten met verschillende risico’s, waarbij het verschil in risico niet expliciet benoemd wordt. Bijvoorbeeld wanneer een belegging met een spaarproduct wordt vergeleken, terwijl het onderscheid in risico niet duidelijk wordt gemaakt.
- Rendement, uitkering of aflossing ‘vast’ of ‘gegarandeerd’ noemen zonder dat dit echt vast of gegarandeerd is. Dit wekt bij beleggers onterecht de indruk wekken dat het een zekerheid is.
- Schetsen van historische rendementen die niet representatief zijn. Bijvoorbeeld omdat zij gebaseerd zijn op een te korte periode of omdat niet alle historische rendementen in de geselecteerde periode worden meegenomen.
- Belangrijke voorbehouden achterwege houden ten aanzien van een positief kenmerk. Bijvoorbeeld over beperkingen op de verhandelbaarheid, over vervroegde aflossing of over opties voor het verlengen van de looptijd.
In overeenstemming met prospectus
Evenwichtig
- de positieve kenmerken van het product prominenter gepresenteerd worden dan de negatieve kenmerken
- de informatie negatieve kenmerken weglaat, terwijl het wel positieve kenmerken benoemd
- de positieve kenmerken van het product in specifieke bewoordingen en de negatieve kenmerken in algemene bewoordingen staan.
- niet-marktconforme kenmerken van het product niet vermeld worden.
Herkenbaar
Onderscheid met prospectus
Verplichte waarschuwingen