Interpretaties Handelsplatformen
Hier vindt u samenvattingen van casusgevallen met interpretaties van de AFM over verschillende aspecten van wet- en regelgeving onder de Wet op het financieel toezicht (Wft). Aan de onderhavige oordelen kunnen geen rechten worden ontleend en deze zijn niet bindend.
Beheren of exploiteren van een gereglementeerde markt, een multilaterale handelsfaciliteit of van een gereglementeerde handelsfaciliteit in Nederland (03-01-2018)
In deze interpretatie geeft de AFM aan hoe zij bepaalt of een gereglementeerde markt, een multilaterale handelsfaciliteit (MTF) of gereglementeerde handelsfaciliteit (OTF) in Nederland wordt beheerd, dan wel geëxploiteerd. Voor de definities van een gereglementeerde markt, een MTF en OTF wordt verwezen naar de definities in artikel 1:1 Wft.
In artikel 5:26, eerste lid, Wft is neergelegd dat het verboden is zonder een daartoe door Onze Minister verleende vergunning in Nederland een gereglementeerde markt te exploiteren of te beheren.
In artikel 2:96, eerste lid, Wft is bepaald dat het verboden is in Nederland zonder een daartoe door de Autoriteit Financiële Markten verleende vergunning beleggingsdiensten te verlenen of beleggingsactiviteiten te verrichten. Het in de uitoefening van beroep of bedrijf exploiteren van een MTF of OTF is volgens de definities van artikel 1:1 Wft het ‘verrichten van een beleggingsactiviteit’.
Hoe stelt de AFM nu vast of een gereglementeerde markt, een MTF of een OTF in Nederland wordt beheerd of geëxploiteerd?
Een gereglementeerde markt, een MTF of een OTF wordt in Nederland beheerd dan wel geëxploiteerd zodra er sprake is van:
- het bieden van directe toegang, waaronder directe elektronische toegang (DEA), tot het platform (zonder gebruik te maken van een lokale broker) aan Nederlandse natuurlijke personen of rechtspersonen (connectivity test), én
- het actief in Nederland benaderen van potentiële klanten/leden van of deelnemers aan het handelsplatform door het platform of door andere leden van het platform om deel te nemen aan, of lid te worden van de handelsfaciliteit (initiative test). (Dit kan zijn door voorlichtingsbijeenkomsten, road shows, mailings, gebruik van de Nederlandse taal, informatieverschaffing over of verwijzing naar Nederlandse wetten of het Nederlandse fiscale regime, enz.).
Gereglementeerde markten uit andere lidstaten mogen op grond van artikel 5:26, tweede lid, Wft, in Nederland ‘passende voorzieningen’ treffen om de in Nederland gevestigde leden of deelnemers op afstand beter in staat te stellen toegang te krijgen tot deze markt en er op te handelen.
Beleggingsondernemingen uit andere lidstaten mogen op grond van hun Europees Paspoort ook in Nederland beleggingsdiensten verlenen of beleggingsactiviteiten verrichten en kunnen derhalve in Nederland een MTF of een OTF exploiteren.
Een handelsplatform met zetel in een niet-lidstaat dat een met een gereglementeerde markt vergelijkbare functie vervult en in Nederland een gereglementeerde markt wil beheren of exploiteren zal een vergunning op grond van artikel 5:26, eerste lid, Wft, of een ontheffing op grond van artikel 5:26, derde lid, Wft, dienen aan te vragen bij het Ministerie van Financiën.
Een handelsplatform met zetel in een niet-lidstaat die een met een MTF of OTF vergelijkbare functie vervult en die in Nederland wil exploiteren, zal een vergunning op grond van artikel 2:96, eerste lid Wft, of een ontheffing op grond van artikel 2:96, tweede lid, Wft, dienen aan te vragen bij de Autoriteit Financiële Markten.
De vrijstelling van de vergunningplicht genoemd in artikel 2:96 Wft op grond van artikel 10 Vrijstellingsregeling Wft voor beleggingsondernemingen uit de VS, Zwitserland en Australië ziet op het verlenen van beleggingsdiensten en het in de uitoefening van beroep of bedrijf handelen voor eigen rekening. Beleggingsondernemingen uit deze landen die een MTF of een OTF in Nederland willen exploiteren, kunnen dus geen beroep doen op deze vrijstelling.