Go to content

Wet- en regelgeving

Hier vindt u de meest relevante wet- en regelgeving die van toepassing is op kredietaanbieders. Daarnaast zijn enkele specifieke rechten van de consument in het Burgerlijk Wetboek opgenomen en is de Wet handhaving consumentenbescherming relevant.

Belangrijke bepalingen voor kredietaanbieders

De Wft, BGfo, NRgfo, Wck en Bk kennen een aantal bepalingen die specifiek zijn voor kredietaanbieders.
 
Vergunningplicht en vergunningvereisten:
  • De definitie van krediet (artikel 1:1 Wft).
  • De uitzonderingen van de Wft met betrekking tot krediet (artikel 1:20 Wft).
  • De vergunningplicht en de vergunningvereisten (afdeling 2.2.6 Wft).

Verantwoorde kredietverlening

  • Een kredietaanbieder gaat geen kredietovereenkomst aan als dit, met het oog op overkreditering van de consument, onverantwoord is (artikel 4:34, tweede lid, Wft). Deze open norm is door de branche-organisaties nader uitgewerkt.
  • Om overkreditering te voorkomen, legt een kredietaanbieder de acceptatiecriteria vast en past deze toe bij de beoordeling van een kredietaanvraag (artikel 115, eerste lid, BGfo).
  • In het belang van de consument wint een kredietaanbieder informatie in over diens financiële positie en beoordeelt of het aangaan van de overeenkomst verantwoord is (4:34, eerste lid, Wft).
  • Een kredietaanbieder gaat geen krediet aan van meer dan €1.000 als hij niet beschikt over voldoende schriftelijk of anders duurzaam vastgelegde informatie over de financiële positie van de cliënt (artikel 113 BGfo). Hierbij kan gedacht worden aan een loonstrook en bankafschriften. Het inwinnen van informatie over de financiële positie geldt overigens onverkort voor kredieten onder €1.000.
  • Een kredietaanbieder moet deelnemen aan een stelsel van kredietregistratie (artikel 4:32 Wft). Het Bureau Krediet Registratie (BKR) is een stelsel van kredietregistratie. 
  • Bij een krediet groter dan €250 moet de kredietaanbieder het stelsel van kredietregistratie raadplegen (artikel 114 BGfo).

Leidraad Consumenten en Incassotrajecten

De AFM geeft met de publicatie van de leidraad Consumenten en Incassotrajecten duidelijkheid over de door de AFM gewenste aanpak van betalingsachterstanden van consumenten bij kredietaanbieders.

Informatieverstrekking

  • Een kredietaanbieder is verplicht vóór en na het afsluiten van een kredietovereenkomst informatie te verstrekken over het krediet en de dienstverlening door de kredietaanbieder. 
  • Ook bij informatie die niet verplicht is, zoals reclame-uitingen, moet een kredietaanbieder  voldoen aan bepaalde vereisten, zoals het opnemen van een krediettabel en de waarschuwingszin:‘Let op! Geld lenen kost geld’. 

Beloning en maximale kredietvergoeding bij consumptief krediet

  • Bemiddelaars die betrokken zijn bij het verstrekken van consumptief krediet mogen voor hun werkzaamheden uitsluitend worden beloond door de kredietaanbieder (artikel 4:74 Wft).
  • Kredietbemiddelaars in consumptief krediet hebben gedurende de looptijd van een kredietovereenkomst alleen per maand aanspraak op provisie. De hoogte van de maandelijkse provisie is gebaseerd op het uitstaande saldo op de laatste dag van de maand (artikel 155 BGfo). Als de consument meer dan twee maanden betalingsachterstand heeft, vervalt de aanspraak op de provisie (artikel 156 BGfo).
  • De kredietvergoeding (rente) is voor consumptief krediet aan een maximum gebonden. De maximale kredietvergoeding op jaarbasis is de wettelijke rente voor niet-handelstransacties (bij Algemene Maatregel van Bestuur vastgesteld) met een opslag van 8% (artikel 4 en 6 t/m 10 Bk).