Go to content

Toetsing betrouwbaarheid en geschiktheid

Personen die het beleid van een onderneming (mede) bepalen of toezicht houden op dit beleid moeten betrouwbaar en/of geschikt zijn voor de uitoefening van hun functie. Als deze personen aantreden bij een onderneming worden zij door de AFM en/of De Nederlandsche Bank (DNB) getoetst op betrouwbaarheid en/of geschiktheid.

 

Betrouwbaarheid

Personen die het beleid van een onderneming (mede) bepalen of toezicht houden op dit beleid moeten betrouwbaar zijn voor de uitoefening van hun functie. De AFM stelt vast of de betrouwbaarheid buiten twijfel staat. Het gaat daarbij om voornemens, handelingen en antecedenten die de vervulling van de functie in de weg staan.

De AFM kijkt hierbij vooral naar antecedenten. In artikel 3:4 van de Wet financiële markten BES en in artikel 3:1 tot en met 3:3 en in Bijlage 1 van het Besluit financiële markten BES staat beschreven hoe de AFM een betrouwbaarheidstoets uitvoert.

Geschiktheid 

Personen die het dagelijks beleid van een onderneming bepalen of toezicht houden op dit beleid moeten geschikt zijn voor de uitoefening van hun functie. Dit staat in artikel 3:5 van de Wet financiële markten BES. Geschiktheid bestaat uit kennis, vaardigheden en professioneel gedrag. Dit begrip is nader uitgewerkt in de Beleidsregel geschiktheid 2012.

Voor ondernemingen op de BES wordt aangesloten bij deze beleidsregel (dit volgt uit artikel 2 van de Beleidsregel AFM en DNB toepassing en uitvoering Wfm BES en Wwft BES 2012). In de Beleidsregel geschiktheid zijn ondernemingen ingedeeld in groepen op basis van criteria zoals omvang, aard, complexiteit en risicoprofiel. Meer toelichting over deze groepen en hoe de geschiktheid per groep wordt vastgesteld kunt u teruglezen op onze website.

Vragen? 

Mocht u vragen hebben over de betrouwbaarheids- en geschiktheidstoetsing, dan kunt u contact opnemen met het Ondernemersloket.