Go to content

De Nederlandsche Bank

Een groot aantal ondernemingen in de financiële sector staat zowel onder toezicht van de AFM als van DNB, zoals banken, verzekeraars en pensioenuitvoerders. Dit maakt dat beide toezichthouders een verantwoordelijkheid hebben in het toezicht op deze ondernemingen. De afspraken daarover hebben de AFM en DNB in een convenant vastgelegd. Daarnaast vindt er samenwerking en informatie-uitwisseling plaats bij onderwerpen die van gezamenlijk belang zijn.

Samenwerkingsconvenant

De samenwerking tussen de AFM en DNB is concreet uitgewerkt in een samenwerkingsconvenant. De AFM en DNB bevorderen met onderlinge coördinatie en periodiek bestuurlijk overleg de samenwerking en de naleving van de afspraken uit het convenant.

Gezamenlijk beleid

De AFM en DNB werken in ieder geval samen bij het vaststellen van gelijkluidende, algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels, zodat deze zoveel mogelijk in overeenstemming zijn bij onderwerpen die zowel onder prudentieel als gedragstoezicht vallen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het handhavingsbeleid AFM en DNB, die de algemene uitgangspunten voor de inzet van handhavingsinstrumenten geeft en de Beleidsregel geschiktheid 2012 die het kader beschrijft dat de AFM en DNB gebruiken bij de geschiktheidstoetsingen van beleidsbepalers.

Gezamenlijk toezicht

De AFM en DNB hebben op het gebied van de volgende onderwerpen afspraken gemaakt over het gezamenlijke toezicht.

Handhaving

Bij het voornemen tot opleggen van een formele maatregel vindt overleg plaats tussen beide toezichthouders. Bij zware maatregelen vragen de AFM en DNB elkaar om een zienswijze. Bijvoorbeeld bij het benoemen van een (stille) curator of bij het intrekken van de vergunning. De algemene uitgangspunten vindt u in het handhavingsbeleid AFM en DNB.

Beloningsbeleid

Financiële ondernemingen zijn verplicht een beheerst beloningsbeleid te voeren, zowel vanuit prudentieel perspectief als vanuit het perspectief van het gedragstoezicht. Bestuurders en werknemers mogen hun eigen (korte termijn)belangen niet verkiezen boven het (lange termijn)belang van de onderneming. De AFM richt zich daarbij op de risico’s van het beloningsbeleid voor de zorgvuldige behandeling van klanten. DNB richt zich op alle risico’s van het beloningsbeleid die de soliditeit van de onderneming kunnen aantasten.

Toetsen van beleidsbepalers

De AFM en DNB wisselen informatie uit over de betrouwbaarheid van kandidaat beleidsbepalers van alle type ondernemingen. Bij het toetsen van geschiktheid van bestuurders en commissarissen werken de AFM en DNB samen bij ondernemingen die onder beider toezicht staan, zoals banken en verzekeraars.

Beheerste en integere bedrijfsvoering

De AFM is primair verantwoordelijk voor de naleving van de gedragsnormen en DNB voor de naleving van prudentiële normen. De toezichthouder die verantwoordelijk is voor de markttoegang van de financiële onderneming gaat over algemene aspecten van de bedrijfsvoering.

Markttoegang

Ondernemingen die willen toetreden tot de financiële markt, hebben hiervoor meestal toestemming nodig, bijvoorbeeld in de vorm van een vergunning. Een vergunning kan bij de AFM of bij DNB worden aangevraagd. Op grond van de aanvraag kijkt de toezichthouder of aan alle toetredingseisen is voldaan en we de vergunning kunnen verlenen.

Beide toezichthouders vragen elkaar om advies of er voldaan is aan wettelijke vereisten waar de andere toezichthouder bevoegd is bij een beslissing op een aanvraag voor een ontheffing of een vergunning en een verklaring van geen bezwaar door DNB.