Vijf vragen over nut en valkuilen van de opdrachtbevestiging
Ieder pensioenfonds moet er één opstellen: een opdrachtbevestiging voor zijn sociale partners. Waarom eigenlijk? En welke valkuilen moet je daarbij vermijden? Naar aanleiding van een verkennend onderzoek hebben we daarover een rapport gepubliceerd met 5 concrete tips. Hier 5 vragen en antwoorden over dat rapport.We hadden al de opdrachtaanvaarding. Waarom nu ook nog de opdrachtbevestiging?
Klopt, de opdrachtaanvaarding bestond al. In de nieuwe Pensioenwet is daar de opdrachtbevestiging aan toegevoegd. Voor de overgang naar een nieuwe pensioenregeling stelt ieder pensioenfonds zo’n opdrachtbevestiging op voor zijn sociale partners. In de opdrachtbevestiging legt het pensioenfonds uit waarom het welke keuzes heeft gemaakt en wat de gevolgen daarvan zijn voor verschillende deelnemersgroepen. Die keuzes hebben betrekking op onder meer de risicohouding, de solidariteits-/risicodelingsreserve, de toedelingsregels/lifecycles, het projectierendement en de spreidingssystematiek. De keuzes van het pensioenfonds borduren voort op de keuzes die de sociale partners zelf eerder al hebben gemaakt en die ze beschreven hebben in het openbare transitieplan.
Uit onze verkenning blijkt dat de meeste pensioenuitvoerders de opdrachtbevestiging een nuttig document vinden, soms ondanks aanvankelijke scepsis. Het helpt ze goed na te denken over de keuzes die ze maken en de gevolgen te bespreken met hun sociale partners: in de praktijk blijkt het opstellen van de opdrachtbevestiging meestal een iteratief proces tussen beide. De opdrachtbevestiging zorgt er ook voor dat sociale partners en het pensioenfonds hetzelfde beeld hebben van de pensioenregeling. Dat voorkomt verrassingen en discussie achteraf.
DNB en AFM houden allebei toezicht op de opdrachtbevestiging. Is dat niet onhandig?
Nee hoor, want de wet bakent duidelijk af waarop DNB en waarop de AFM toezicht houdt. Wij houden toezicht op de toelichting die het pensioenfonds geeft op de deelnemerseffecten van de gemaakte keuzes en ook op de onderbouwing van de mate van passendheid daarvan. Vorig jaar publiceerden we hierover al een leidraad.Jullie hebben in je onderzoek de tien eerste opdrachtbevestigingen beoordeeld. Wat vonden jullie ervan?
Over het algemeen vinden we dat deze pensioenfondsen het best goed gedaan hebben. Ze moesten in zekere zin allemaal het wiel uitvinden. Natuurlijk waren er ook zaken die beter konden; de belangrijkste komen terug in die 5 aanbevelingen van ons rapport. Enkele opdrachtbevestigingen voldeden niet volledig aan de wettelijke eisen, meestal omdat ze de deelnemerseffecten of de passendheid van de vijf bovengenoemde keuzes niet afzonderlijk per onderdeel hadden onderbouwd. Dat hadden ze alleen gedaan voor effecten van alle keuzes gezamenlijk. Maar die inzichten zijn wel belangrijk voor sociale partners.Die 5 aanbevelingen, welke zijn dat?
We hebben ze beknopt uitgewerkt in ons rapport. Een belangrijke is: bekijk de deelnemerseffecten van je nieuwe pensioenregeling ook los van de transitie, dus los van de compensatie en de verdeling van het collectief vermogen. Want nieuwe deelnemers profiteren vaak niet van die transitie-effecten.Waar kunnen pensioenfondsen met vragen over de opdrachtbevestiging terecht?
We weten dat veel pensioenfondsen momenteel bezig zijn met hun opdrachtbevestiging. Lees vooral ons rapport en de leidraad, we denken dat veel vragen daarin al beantwoord worden. En je kunt ons altijd mailen op pensioen@afm.nl. Als er voldoende animo is, organiseren we ook een rondetafel over de opdrachtbevestiging. Vind je dat een goed idee? Laat ons dat dan even weten via ons enquêteformulier.Contact bij dit artikel
Wilt u het laatste nieuws van de AFM ontvangen?
Schrijft u zich dan in voor onze nieuwsbrief, dan houden wij u op de hoogte.