Nieuws
24/10/24
Vijf handreikingen voor pensioenfondsen voor een gedegen ‘opdrachtbevestiging’
Op basis van een verkennend onderzoek publiceert de AFM een rapport met daarin vijf tips waar pensioenfondsen hun voordeel mee kunnen doen als ze een opdrachtbevestiging opstellen voor hun sociale partners. De opdrachtbevestiging is een nieuw onderdeel in de Pensioenwet. Pensioenfondsen verantwoorden hierin de keuzes die ze gemaakt hebben bij het vormgeven van de pensioenregeling. De opdrachtbevestiging is een intern document, dat wordt gedeeld tussen pensioenfonds en sociale partners.
In het kort
- Opdrachtbevestiging: informeren van sociale partners over keuzes en gevolgen
- AFM-toezicht op toelichting deelnemerseffecten en onderbouwing passendheid
- Verkennend onderzoek: overwegend positief over invulling door koplopers
- 5 handreikingen voor andere pensioenfondsen
Opdrachtbevestiging: informeren van sociale partners over keuzes en gevolgen
Sinds 1 juli 2023, met de inwerkingtreding van de nieuwe Pensioenwet, dienen pensioenfondsen een zogenoemde opdrachtbevestiging op te stellen bij een nieuwe of gewijzigde pensioenregeling. Hierin informeert het pensioenfonds zijn sociale partners over de keuzes die het gemaakt heeft in de pensioenregeling en de gevolgen daarvan voor deelnemers. Die keuzes borduren voort op de keuzes die de sociale partners zelf eerder hebben gemaakt en die ze beschreven hebben in het openbare transitieplan. De keuzes die het pensioenfonds vervolgens maakt hebben betrekking op de verdere invulling van de pensioenregeling: onder meer de risicohouding, de solidariteits-of risicodelingsreserve, de toedelingsregels of lifecycles en het collectief toedelingsmechanisme, het projectierendement of de vaste daling en de spreidingssystematiek.AFM-toezicht op toelichting deelnemerseffecten en onderbouwing passendheid
De opdrachtbevestiging vormt het formele sluitstuk van het opdrachtaanvaardingsproces, dat al langer bestaat, en moet ervoor zorgen dat er geen licht zit tussen hoe sociale partners en het pensioenfonds tegen de pensioenregeling aankijken. Dat voorkomt verrassingen en discussie achteraf. De AFM en DNB houden beide toezicht op een aantal onderdelen van de opdrachtbevestiging. Voor de AFM zijn dat de toelichting die het pensioenfonds geeft op de deelnemerseffecten van regeling en daarnaast op de onderbouwing die het fonds geeft van de mate van passendheid van de regeling. Vorig jaar publiceerde de Autoriteit Financiële Markten (AFM) al de Leidraad opdrachtbevestiging.Verkennend onderzoek: overwegend positief over invulling door koplopers
In 2024 heeft de AFM een verkennend onderzoek uitgevoerd naar de eerste daadwerkelijk opgestelde opdrachtbevestigingen. In dit onderzoek is gesproken met partijen uit de sector en zijn de opdrachtbevestigingen van 10 koplopers beoordeeld. Over het algemeen zijn we positief over de invulling die de onderzochte pensioenfondsen hebben gegeven aan hun opdrachtbevestiging.Maar we zien ook zaken die een volgende keer beter kunnen. Omdat veel pensioenfondsen hebben aangegeven eind 2024 hun opdrachtbevestiging af te ronden, publiceren we nu 5 handreikingen om deze partijen meer informatie en houvast te geven.
Vijf handreikingen voor andere pensioenfondsen
Op basis van het onderzoek hebben we 5 handreikingen opgesteld voor pensioenfondsen die aan hun opdrachtbevestiging werken. Ze staan uitgewerkt in dit rapport. Hieronder vatten we ze kort samen.1 Bekijk de effecten (en passendheid) van de nieuwe regeling ook los van de transitie
Het is niet voldoende om de deelnemerseffecten van de nieuwe regeling uitsluitend inclusief ‘transitie-effecten’ zoals compensatie en verdeling van het collectief vermogen inclusief de eventuele buffer te tonen. Nieuwe deelnemers profiteren vaak niet van die transitie-effecten. Daarom is het belangrijk de deelnemerseffecten ook uit te werken zonder de transitie-effecten.2 Ga in op zowel individuele elementen als de regeling als geheel
Om aan de wettelijke vereisten te voldoen moeten pensioenfondsen zowel de gehele regeling als de in de wet opgenomen vijf elementen afzonderlijk beoordelen. Dat betekent dat voor elk individueel element de deelnemerseffecten moeten worden uitgewerkt, en moet worden onderbouwd waarom de gemaakte keuze past bij de deelnemerspopulatie. Hetzelfde geldt voor de pensioenregeling als geheel.3 Werk deelnemerseffecten gedegen uit, ook voor de niet-gemiddelde deelnemer en in specifieke situaties
Ga daarbij niet alleen in op de deelnemerseffecten voor actieven, slapers en gepensioneerden, maar belicht ook potentieel nadelige effecten voor specifieke deelgroepen in specifieke situaties. Bijvoorbeeld de gevolgen van individuele waardeoverdracht voor deelnemers van wie een deel van hun premie is gebruikt om de solidariteitsreserve te vullen. Omdat pensioenregelingen collectief zijn, zal een pensioenregeling nooit voor iedere deelnemer in iedere situatie perfect passen. Inzicht daarin is belangrijk, onder meer voor gerichte communicatie en keuzebegeleiding.4 Werk de onderbouwing van de passendheid gestructureerd uit
Passen de keuzes die een pensioenfonds maakt bij zijn deelnemers? Dat moet een pensioenfonds onderbouwen in de opdrachtbevestiging. Het pensioenfonds moet in ieder geval verantwoorden waarom het bepaalde keuzes heeft gemaakt en hoe de consequenties van die keuzes voor verschillende groepen zijn afgewogen. Maak duidelijk waarom deze keuzes passender zijn dan alternatieve keuzes.5 Toets of het document te volgen is voor de lezer
De opdrachtbevestiging moet ook voor toekomstige lezers goed te volgen zijn. Verwijs daarom concreet naar eventuele achterliggende documenten (bijvoorbeeld met paragraaf- of paginanummers). Een goede structuur en begrijpelijk taalgebruik versterken de leesbaarheid eveneens. Toets dit na voltooiing van de opdrachtbevestiging.
Contact bij dit artikel
Wilt u het laatste nieuws van de AFM ontvangen?
Schrijft u zich dan in voor onze nieuwsbrief, dan houden wij u op de hoogte.