Drempels voor consumenten bij zelf opbouwen pensioen
De toegang tot het derdepijlerpensioen kent verschillende drempels voor consumenten, zo blijkt uit onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Wij roepen de sector op om te werken aan de bekendheid, toegankelijkheid en vergelijkbaarheid van de derde pijler. Het aantal mensen dat zelf geld opzijzet voor hun pensioen in de derde pijler, is nu gering. Het zijn meestal oudere werkenden en werkenden met een bovenmodaal inkomen die zo (mede) pensioen opbouwen.
In het kort
- De omvang van de derde pijler neemt mogelijk toe door aanpassing fiscale regels
- Oproep: verlaag drempels bij toegang tot derdepijlerpensioen
- CBS-microdata: kleine groep, vaak beperkte inleg in derdepijlerpensioen
- Deelnemers vaak ouder en met hoger inkomen
De omvang van de derde pijler neemt mogelijk toe
Naar het derdepijlerpensioen hebben wij twee onderzoeken uitgevoerd, omdat er meer fiscale ruimte komt voor onder meer zelfstandigen om pensioen op te bouwen in de derde pijler. Daarmee neemt de omvang van deze pensioenvorm mogelijk toe. Het was voor ons belangrijk om beter zicht te krijgen in de risico’s voor mensen die een product in de derde pijler willen afsluiten. Ook hebben we op basis van microdata van het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) inzicht gekregen wie gebruik maken van deze vorm.
Oproep: verlaag drempels bij toegang tot derdepijlerpensioen
In het verkennende onderzoek zien wij dat er verschillende drempels zijn voor mensen om een derde pijlerpensioenproduct af te sluiten. Die drempels hebben betrekking op de bekendheid, toegankelijkheid en vergelijkbaarheid van producten in de derde pijler. Drempels kunnen belemmerend werken bij het maken van een keuze door consumenten.
Met de mogelijke groei van de derde pensioenpijler wordt het nog relevanter om drempels voor consumenten te verlagen die een product in de derde pijler willen afsluiten. Op basis van onze eerste bevindingen doen wij een aantal aanbevelingen die bijdragen aan het verbeteren van de bekendheid, toegankelijkheid en vergelijkbaarheid van de derde pijler. Aanvullend onderzoek naar de invloed van verschillende drempels op het gedrag van consumenten kan bijdragen aan effectieve oplossingen. Wij roepen aanbieders op om sectorbreed verbeteringen door te voeren.
CBS-microdata: kleine groep, vaak beperkte inleg in derdepijlerpensioen
Uit het onderzoek op basis van de CBS-microdata blijkt dat 5 procent van de werknemers en 11 procent van de zelfstandigen in 2020 enig bedrag hebben ingelegd in de derde pijler. Bovendien blijkt dat de inleg vaak gering is. De helft van de werknemers die inleggen in een derdepijlerpensioen, legt minder dan 1,8% van hun bruto-inkomen boven de AOW-franchise in. Van de zelfstandigen legt de helft die op deze manier pensioen opbouwen minder dan 6% van hun inkomen boven de AOW-franchise in.
Deelnemers vaak ouder en met hoger inkomen
Ouderen en mensen met hogere inkomens maken vaker gebruik van de fiscale mogelijkheden in de derde pijler. Van de werknemers die 50 jaar of ouder zijn heeft 8% enig bedrag ingelegd in de derde pijler, tegenover 3% van de groep 21 tot 49-jarige werknemers. Van de zelfstandigen die 50 jaar of ouder zijn heeft 14% een bedrag ingelegd in de derde pijler tegenover 8% van de groep 21 tot 49-jarige zelfstandigen. Het gaat vaak om Nederlanders met een bovenmodaal inkomen.
Contact bij dit artikel
Wilt u het laatste nieuws van de AFM ontvangen?
Schrijft u zich dan in voor onze nieuwsbrief, dan houden wij u op de hoogte.