Over het betrouwbaarheidsonderzoek
De AFM toetst de betrouwbaarheid van iedere (mede)beleidsbepaler van een accountantsorganisatie. Daarvoor volgen we de wettelijke beleidsregel. Voor de toetsing gebruiken we de gegevens die de accountantsorganisatie zelf aanlevert, maar ook externe bronnen, zoals politieregisters, het faillissementsregister en informatie van de Belastingdienst, om inzicht te krijgen in mogelijke antecedenten.
Toetsing bij vergunningaanvraag, nieuwe benoeming of gewijzigde gegevens
Wij toetsen (mede)beleidsbepalers op betrouwbaarheid als een accountantsorganisatie een vergunning aanvraagt, als zij een nieuwe (mede)beleidsbepaler wil benoemen en als een (mede)beleidsbepaler opnieuw getoetst moet worden vanwege nieuwe gegevens of antecedenten.
Toetsing duurt 6 tot 8 weken
Als de accountantsorganisatie nog geen vergunning heeft, duurt de betrouwbaarheidstoetsing van een (mede)beleidsbepaler uiterlijk 8 weken. Als de accountantsorganisatie al een vergunning heeft, duurt de toetsing in principe 6 weken. Wij verstrekken de uitkomst van de toetsing aan de accountantsorganisatie en de getoetste persoon.
Twijfel over betrouwbaarheid?
Als wij aanleiding hebben om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van een persoon, motiveren wij waarom wij tot dat voorlopige oordeel zijn gekomen. De accountantsorganisatie en de getoetste persoon kunnen daarop reageren. Als dat onze twijfel niet wegneemt, besluit de AFM dat de betrouwbaarheid van de getoetste persoon niet buiten twijfel staat. Daartegen kan bezwaar worden gemaakt bij de AFM en vervolgens (hoger) beroep bij de rechter worden aangetekend.
Terugtrekken bij afwijzing
Als wij beoordelen dat de betrouwbaarheid van iemand niet buiten twijfel staat, mag deze persoon geen functie bekleden als (mede)beleidsbepaler van een accountantsorganisatie. De accountantsorganisatie trekt deze persoon terug en meldt eventueel een andere persoon aan.
Negatieve uitkomst van hertoetsing
Bij gewijzigde feiten en omstandigheden kunnen wij een huidige (mede)beleidsbepaler hertoetsen. Als wij bij die hertoetsing oordelen dat diens betrouwbaarheid niet meer buiten twijfel staat, mag deze persoon geen (mede)beleidsbepaler meer zijn van de accountantsorganisatie. De accountantsorganisatie moet deze persoon uit die functie ontheffen. De persoon kan eventueel wel andere werkzaamheden verrichten bij de accountantsorganisatie, maar mag niet meer het dagelijks beleid (mede) bepalen. Dat mag pas weer als de betrouwbaarheid door een nieuwe toetsing buiten twijfel is vastgesteld.